INTERVIEWNICARAGUA

Ronald van der Hijden

Leestijd: 6 minuten

Ronald van der Hijden werd in 1980 lid van het Nicaragua Komitee Amsterdam, NKA. Hij was betrokken bij de opzet van de eerste stedenbanden met Nicaragua, in het bijzonder tussen Amsterdam en Managua en voor het Nicaragua Komitee Nederland, NKN, zat hij de Stedenbandwerkgroep voor.
Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland Nicaragua werd in 1986 opgericht door gemeenten en ‘particuliere’ (stedenband-)organisaties. Ronald werd secretaris (en later in 2022 ) directeur LBSNN. Over de opstand van 2018 in Nicaragua tegen het regiem van Daniel Ortega heeft hij een heldere positie, namelijk dat er sprake was van een coupe/regime chance met steun van de VS en de EU. Hij maakt zich meer zorgen over de situatie in Nederland dan de situatie in Nicaragua.

Jeugd in Amsterdam

Ronald is van 1960 en geboren en getogen Amsterdammer. Zijn opa was postbode en operazanger. Zijn vader werkte na zijn HBS-studie bij de Nederlandse Bank en moeder was huisvrouw. Het gezin was niet politiek, stemde liberaal en las het Nieuws van de Dag.

Ronald deed zijn middelbare school aan het Cartesius en heeft daarna langjarig een avondstudie Economie gevolgd.

Begin politieke actie

Tijdens zijn middelbare schooltijd nam Ronald deel aan een protest tegen Franco op de Dam, wat de eerste keer was dat hij zich politiek engageerde. Overdag werkte hij bij een accountantskantoor en in zijn vrije tijd was hij op of rondom het Leidseplein. In 1980 reden er tanks door de Vondelstraat. Wat maakte dat Ronald in contact kwam met de kraakbeweging.
In 1980 ging Ronald voor het eerst naar een bijeenkomst over Nicaragua, in de Mozes en Aaronkerk in Amsterdam. Het was een initiatief van het Nicaragua Komitee, waarbij hij zich aan het eind als vrijwilliger aanmeldde. Het was een wereldje van CPN’ers en linkse artsen en hij hielp onder meer met het verkopen van Nicaraguaanse koffie.

Start stedenbanden

In 1982 kwam Samuel Santos, de burgemeester van Managua, op bezoek in Amsterdam. Hij werd officieel ontvangen door burgemeester Polak en daarna volgde een tegenbezoek, wat maakte dat er naast Amsterdam-Managua tal van nieuwe stedenbanden ontstonden, waaronder Utrecht-Leon, Den Haag-Juigalpa, Rotterdam-Corinto. Via het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, de verdubbelingsregeling, de KPA-regeling (Kleine Ambassade Projecten) en NCO/later NCDO ontstonden er mogelijkheden om subsidies voor programma’s en projecten te krijgen.

Bezoek aan Nicaragua

In 1983 ging Ronald mee met een solidariteitsbrigade naar Nicaragua. In de zomer van 1983 overhandigde hij in Managua aan Tomás Borge, een van de negen ‘commandantes’, een uitnodiging op te komen spreken op de Universiteit van Amsterdam. Borge was de toegang tot de VS ontzegd om daar op een universiteit te speechen. Ook bezocht Ronald burgemeester Santos in Managua.

Vervolg comités en stedenbanden

Ronald was ook betrokken bij het opstellen van een raadsnota over de stedenband Amsterdam-Managua. Die werd unaniem aangenomen door de Raad, wat betekende dat zelfs de VVD daar achter stond. In 1984 ging burgemeester Ed van Thijn op bezoek in Managua. Ronald was inmiddels lid van de Stedenband Werkgroep van het Nicaragua Komitee Nederland samen met Jan Willem van der Raad.

Veel lokale Nicaragua Komitee’s hielden er na een tijdje mee op of vormden zich om tot stedenbandorganisaties, die een langere adem leken te hebben. Enkelen daarvan bestaan tot op de dag van vandaag. Op initiatief van het Amsterdamse Nicaragua Komitee bracht een brede Amsterdamse delegatie – waaronder Liesbeth den Uyl en journalist Kees Schaepman – in 1985 een bezoek aan Nicaragua. Aan het eind van het werkbezoek bezocht ook Joop den Uyl, als lid van de Socialistische Internationale, Nicaragua.

In het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) organiseerde Ronald samen met gemeente Amsterdam, NOVIB, NCO en het Nicaragua Komitee Nederland in september 1985 een conferentie waaraan 200 personen deelnamen. Burgemeester Ed van Thijn sloot af op een wijze die duidelijk maakte dat hij vierkant achter de stedenband stond. Vervolgens kwam er een hevig debat over de vraag of gemeentes wel stelling mochten nemen ten aanzien van internationale conflicten. Meerdere ministers en staatssecretarissen vonden dat een zorgwekkende ontwikkeling. Onder verwijzing naar Tomás Borge, die op de UvA had gezegd dat gemeentes belangrijk waren om tegenwicht te bieden aan de agressie vanuit de VS. Na bestudering van de grondwet en de gemeentewet was de conclusie: het kan!

Acht van de tien grootste gemeenten in Nederland gingen samenwerkingsrelaties aan met een Nicaraguaanse partnergemeente en in 1986 ontstond het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland Nicaragua, (LBSNN), bestaande uit gemeenten én particuliere stedenbandorganisaties. Aanvankelijk werd het secretariaat LBSNN ondergebracht bij het Nicaragua Komitee Nederland te Utrecht, maar al 1989 vroeg het LBSNN aan gemeente Amsterdam om het secretariaat in de hoofdstad binnen de gemeente te huisvesten Ronald werd in 1986 benoemd tot secretaris. In 1988 kreeg Ronald een betaalde aanstelling voor 20 uur per week die tot op de dag van vandaag (nu 40 uur) doorloopt.

Ten aanzien van Zuid-Afrika vond er een vergelijkbare ontwikkeling plaats met LOTA (Lagere Overheden tegen Apartheid), waarvoor de Nederlandse stedenbanden met Nicaragua feitelijk het voorwerk hadden gedaan. Ook bij de VNG werd daarna geld vrijgemaakt (voor werktijd) om gemeentelijke internationale samenwerking te ondersteunen.

In mei 1988 vond in Amsterdam een driedaagse Europese conferentie plaats over stedenbanden met Nicaragua, waaraan 350 personen deelnamen, waaronder 50 Nicaraguanen en enkele vertegenwoordigers van Amerikaanse stedenbanden. Inmiddels hadden 150 Europese steden een band met Nicaraguaanse partnersteden. Er werd samengewerkt door Europese steden met dezelfde Nicaraguaanse partnerstad. Er werd afgestemd om te voorkomen dat alle aandacht naar een paar plekken ging.

Toen de sandinisten de verkiezingen verloren

In 1990 werden door het LBSNN waarnemers naar de verkiezingen gestuurd, waaronder de Nederlandse burgemeester Huib van Walsum (Delft) en wethouder Hannie van Leeuwen (Zoetermeer). Gevraagd naar reacties op de nederlaag van de sandinisten bij die verkiezingen meldt Ronald dat de discussie harder speelde binnen het Nicaragua Komitee dan in de stedenbanden. ‘Daar ging het toch om de mensen’. In Duitsland waren stedenbanden die er mee stopten omdat ze niet met tegenstanders van de sandinisten samen wilden werken, maar in Nederland deed zich dat volgens Ronald niet voor.

Hoe het daarna is gegaan? Het aantal stedenbanden met Nicaragua nam toe, de wereld veranderde en zo werkten we in de jaren’90 trilateraal West-Oost-Zuid tussen Nederlandse, Tsjechische, Slowaakse en Nicaraguaanse partnergemeenten. Volgens Ronald ging het ontwikkelingswerk gewoon door. Toegevoegde waarde was dat Nicaragua een goed voorbeeld was voor de ‘Noord-Zuid Dialoog’. En er zijn steden waar de sandinisten door de jaren heen altijd aan de macht bleven, zoals Léon (Utrecht) en Estelí (Delft).

De coup van 2018

Over de stormachtige ontwikkelingen in en na 2018, het neerslaan van de opstand en de snelle verharding van het regime, heeft Ronald een heldere positie. Volgens hem was er sprake van een coup/regime change met steun van VS en EU, een poging om president Ortega te wippen. Hij is gevraagd door de oppositie om een rol te spelen in Europa. Na zich grondig geïnformeerd te hebben, heeft hij daarvoor bedankt. Universiteitsstudenten van de UCA zijn jaren gemotiveerd en getraind om in opstand te komen. En wat te denken van de zogenaamde sandinistische oppositie tegen Ortega, zoals degenen die zich hadden verenigd in de MRS, die openlijk het VS congres opriepen om Nicaragua te sanctioneren, geen internationale leningen meer te geven én opriepen om te interveniëren. ‘Maar als stedenbanden zijn we geen onderdeel van dat conflict. Daarmee is overigens niet gezegd dat alles wat Ortega doet goed is, maar we moeten in het Westen vooral naar onszelf kijken.’

Europa en VS op de Titanic

Wat er wezenlijk veranderd is, volgens Ronald van der Hijden, is de teloorgang van de unipolaire wereld waarin de VS en haar Europese bondgenoten de dienst uitmaakten en intervenieerden waar het hen uitkwam. Ook Nicaragua is al een eeuw of langer slachtoffer van pogingen tot ‘regime change’. Wat er in 2018 gebeurde is geen uitzondering, en als je je daar tegen te weer stelt zijn de marges heel klein. Positief is dat het Westen vandaag de dag niet meer zo zomaar kan interveniëren in andere landen, en meer en meer alleen staat.

Rondom de conflicten in Oekraïne en in het Midden-Oosten zie je een tweedeling van 40 Westerse landen onder leiding van VS versus ca. 150 landen met een groeiende rol voor de BRICS-landen. De coalitie van China, Rusland en Global South vindt Ronald heel interessant. ‘Wat we in het Westen niet zien is dat niemand in het Zuiden de oorlog in Oekraïne steunt. We voeren nog amper internationaal diplomatiek overleg. Alleen met gelijkgezinden landen praten we nog. Zonder zich ervan bewust te zijn, bevindt het Westen zich op de Titanic.’ Volgens Ronald moet je altijd blijven praten. Zo was het volgens hem goed geweest als grotere gemeenten stedenbanden met Rusland hadden gehad. Dan had je een kanaal. In Nederland bouwen we nu stedenbanden met China af. ‘Onverstandig.’

Resultaten stedenbanden

Stedenbanden zijn er volgens Ronald op gericht om in dialoog te blijven, ook als het regime je niet bevalt. Ook op macro-niveau is dat de moeite waard omdat relaties zo lang mogelijk in stand moeten worden gehouden.

Gevraagd naar goede voorbeelden van resultaten van stedenbanden noemt Ronald het muurschilder-initiatief dat sinds 1995 jaarlijks plaatsvindt. In dat kader gaat een Nicaraguaanse kunstenaar samen met scholen/jongeren uit een Nederlandse stad aan de slag om iets moois te maken. Op die manier leren mensen elkaar, elkaars cultuur en politieke denkwijzen kennen.

Het verschil tussen de situatie nu en die van de generatie van de jaren ‘60 is dat er in de Global South niet meer met het Westen wordt meegegaan, maar het gros van de mensen hier ziet dat nog niet. Maar de multipolaire wereld is een alternatief voor het westerse ontwikkelingsmodel en dat is positief. Zowel de ontwikkelingen binnen de G-7 als de opkomst van de BRICS+ landen laat zien dat het gedaan is met de westerse hegemonie. Internationale gemeentelijke samenwerking en stedenbanden kunnen bijdragen deze overgang geweldloos te doen plaatsvinden.

BRICS

Met betrekking tot de stedenbanden kun je constateren dat de ‘solidariteit op lokaal niveau is geprofessionaliseerd’. Solidariteit speelt daarbij nog steeds een rol maar binnen de
stedenbanden gaat het toch vooral om samenwerking en ontwikkeling. Wat betreft internationale samenwerking op gemeentelijk niveau gaat het niet meer alleen om de Nicaraguanen en westerlingen, maar ook om Chinezen, Russen et cetera. In augustus 2024 kwamen burgemeesters uit BRICS landen bijeen. ‘En anders dan de EU willen die niet alleen investeren in landen die het met hen eens zijn.’

Zorgen

‘Als we het woord crisis in de mond nemen, denk ik eerder aan Nederland en Europa dan aan Nicaragua. Ik maak me meer zorgen over Nederland dan over de sandinisten in Nicaragua.’