Els van Poppel

Els van Poppel heeft haar solidariteit met Nicaragua vormgegeven via theater. Ondanks het feit dat ze zonder aanbeveling van het Nicaragua Comité naar Nicaragua ging, maakte ze daar theater met onder andere kinderen en vrouwen. Ze kwam in contact met de Nicaraguaanse theaterwereld. Ze werkte in een samenwerkingsverband van professionele en amateur-theatergroepen.
Els is pessimistisch over de huidige de situatie in Nicaragua. Ze ziet de dominantie van de cultuur van de onderdrukking en ‘van je mond houden’. Het sandinisme van nu vindt ze niets meer te maken hebben met de sandinisten van de sociale revolutie van toen. Ze woont weer in Nederland, waar ze zich niet helemaal meer thuis voelt na 30 jaar Nicaragua.
Een meisje wordt gewoon huisvrouw
Als enig meisje tussen vijf broers in een bierbrouwersgezin, groeide Els op in het zeer katholieke milieu van Etten-Leur, in Brabant. Met haar broers moest ze constant vechten om haar eigen plek in het gezin – zeker nooit huilen want dan kwam je op achterstand – en werd ze opgevoed om een goede huisvrouw te worden. De jongens werden gestimuleerd te studeren, zij moest een ‘gestudeerd type’ op de kop tikken om mee te trouwen en kinderen te krijgen, het heilige ideaal voor een vrouw in een oer-katholiek Brabants gezin!
Kostschool
Voor de middelbare school werd ze, wat gangbaar was, naar de kostschool met de nonnen Franciscanessen in Roosendaal gestuurd, wat een zware tijd voor haar werd met veel straf, waaronder het verbod om in het weekend naar huis te mogen gaan. Veel onrechtvaardigheid, dat had ze toen al wel door. Het vierde jaar ging ze van de kostschool af, terug naar huis en heeft haar eindexamen MMS in Etten-Leur gehaald. Daarna een half jaar als au pair naar Engeland en Frankrijk om talen te leren en toen – we hebben het inmiddels over 1965 – een jaar Schoevers, de secretaresse opleiding. De Academie voor Expressie mocht niet van haar vader, want theater maken vond hij geen goeie carrière.
De eigen weg
Els werd na enig secretaressewerk reisleider bij een internationaal reisbureau, dat reizen naar Zürich via Frankfurt organiseerde voor Amerikanen. Maar de wens om iets met theater en cultuur te doen bleef trekken. Ze solliciteerde op een administratieve functie bij de NOS-televisie in Hilversum, werkte daar vier jaar en schopte het tot regieassistent van Jan Venema, hoofd culturele zaken. Ze leerde er veel over het ambacht ‘regisseren’. Haar ouders vonden dat soort werk én de Gooise matras helemaal niks, maar de directeur van de KRO was een vriend van haar vader en stelde hen gerust.
Vervolgens ging ze de opleiding theaterwetenschap in Utrecht doen met daarnaast workshops aan de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar. Haar studie betaalde ze via haar werk als secretaresse. Beide opleidingen waren doorspekt met politiek. Het waren de tijden van Proloog, Sater, Werktheater, Nieuwe Scene en Toneelgroep Maastricht die zich allemaal op politiek theater toelegden. Els speelde zelf in verschillend stukken, waaronder een stuk dat de gezondheidszorg voor arbeiders aankaartte, bestudeerde de leerstukken van Brecht en gaf les in ‘politiek theater’ op het Bonifatiuslyceum in Utrecht.
Kraken
Een goede vriendin verhuisde vanuit Utrecht naar Amsterdam, kwam daar in aanraking met de Nieuwmarktacties, en overtuigde Els om ook naar Amsterdam te komen. Ze ging gekraakt wonen in de Oosterparkbuurt en werd al snel onderdeel van een bloeiende kraakbeweging. Ze draaide mee bij de Vrije Keyzer radio met Evelien Gans en maakte de rellen rond de Grote Keyzer en Vondelstraat mee, maar ook de vele ruzies over ‘de lijn’.
Naar Nicaragua zonder aanbeveling
Toen ze eind 1980 in Paradiso aan een manifestatie over Nicaragua deelnam, waar in 1979 de revolutie had overwonnen, raakte ze geïnspireerd en bedacht om ‘een half jaar’ naar Nicaragua te gaan om te onderzoeken hoe een revolutie te maken, de problemen, obstakels én de oplossingen daarvoor. Met die kennis en inzichten zou zij naar Nederland terugkeren en in de praktijk brengen. Maar Nicaragua kwam je niet zo maar binnen, daar had je een aanbevelingsbrief van het Nicaragua Comité (Hans Langenberg) voor nodig. Die toonde echter geen belangstelling omdat zij en de kraakbeweging kritiek hadden op het werken voor een revolutie op 3.000 kilometer afstand in plaats van hier de strijd te voeren en dus gaf hij haar geen aanbevelingsbrief mee. Daarop kocht ze een jaarticket en vertrok op de bonnefooi.
Bij drukkerij De Raddraaier in Amsterdam waren veel gevluchte Chilenen die haar een beetje Spaans bijbrachten en haar wegwijs maakten in de Latijns-Amerikaanse cultuur. Haar vrienden Piet en Ineke (ook geïnterviewd in het kader van dit boek, red.) die destijds op vakantie waren in Costa Rica en Nicaragua, stonden op het vliegveld toen ze aankwam in Managua.
In Nicaragua belandde ze in een hospedaje, een goedkoop hotelletje, met meer internationalistas, waaronder José, een revolutionair uit Peru, waar ze zes jaar lang een relatie mee zou hebben.
Straattheater
‘Overal in Managua zag je in die tijd (straat)theater. Allerlei groepen waren daar mee bezig: vrouwen, kinderen, zelfs de politie. Er werden door het Ministerie van Cultuur festivals georganiseerd op lokaal, regionaal en nationaal niveau, alles buiten op pleinen en straten zodat iedereen daar zo veel mogelijk van kon genieten en vooral ervan leren. De inhoud was altijd behoorlijk zwart-wit: wij de goeden met aan de andere kant de vijand, de slechten!’ Het eerste theaterstuk dat ze zag op de hoek van ‘n straat ging over een vrouw die er te lang over deed om het overhemd te strijken van haar man die naar een vergadering van de partij moest, wat erop uitdraaide dat de man het strijkijzer in haar gezicht drukte. Het publiek bulderde van het lachen, zij keek er onthutst naar.
Werken met theatergroepen
Els toog naar het Ministerie van Cultuur om haar diensten aan te bieden, maar die vroegen om een goedkeuringsbrief van het Nicaragua Comité en dat werd dus niets.
Toen kwam ze Françoise tegen die haar in contact bracht met Guatemalteekse vluchtelingen in Nicaragua, waar zij vervolgens twee jaar heeft gewerkt met een theatergroep voor kinderen en één voor volwassenen.
Via Ruud Lambregts, vertegenwoordiger voor Latijns-Amerika bij Novib, kreeg ze een contract voor haar theaterwerk. Toen er politieke hommeles uitbrak onder de Guatemalteken, stond ze op straat. Maar omdat ze intussen had besloten om in Nicaragua te blijven, ging ze aan het werk met straatmeiden en vormde met hen een theatergroep die hun problematische leefomstandigheden als uitgangspunt nam. De groep deed mee aan festivals, trad veel op en zo raakte ze in 1984 bekend bij de Nicaraguaanse theaterwereld waaronder de bekende theatermaker Alan Bolt die betrokken was bij de Talleres de Teatro in Matagalpa, een soort theaterschool met workshops van vier dagen per twee maanden en dat voor vier jaar. Vanuit Nederland werkten Dieneke Naeyé en Rien Sprenger van de Academie voor Expressie in Utrecht, een paar jaar bij deze theaterschool.
Rond 1988 werkte Els ook met salvadoraanse jongeren, vluchtelingen, in Nicaragua aan theaterproducties ‘voor de beweging’. Dat was zware politieke kost en toen de vredesonderhandelingen begonnen en El Salvador weer enigszins toegankelijk werd, ging ze naar El Salvador, waar ze van 1990-1992 werkte. Dat was niet altijd leuk: veel vergaderingen, veel politieke conflicten.
Els was blij weer terug naar Nicaragua te kunnen waar ze terecht kwam bij APC, de Asociación de Promotores de Cultura, onder het beleid van Rosario Murillo, die de hele cultuursector onder zich had. Zij is de vrouw van de huidige sandinistische dictator Daniel Ortega en volgens velen – waaronder Els – de werkelijke machthebber in het land. Els werkte daar aan een theateropleiding voor meiden. Maar ze had het eigenlijk wel gezien in Nicaragua, het land bleef arm, er was veel politieke corruptie en het opleiden van vrouwen tot actrice in een land waar nauwelijks werk is, was wat je noemt frustrerend.
Even naar Zuid Afrika
Ze wilde naar Zuid-Afrika, waar een eind gemaakt was aan het apartheidsregiem en het ANC onder leiding van Nelson Mandela het landsbestuur overnam. Daar werkte ze drie maanden met de meidengroep Benoni in Johannesburg. Maar Els kende het land en de cultuur niet, het liep allemaal stroef en werd niet het succes waar zij op hoopte. APC vroeg haar terug te komen en via ICCO/Dienst over Grenzen kreeg ze weer een baan in Nicaragua.
Weer aan de slag in Nicaragua
In 2000 sloot de regerende neoliberale oude vos Arnoldo Aleman een pact met oppositieleider Ortega: Aleman regelde dat hij na zijn presidentschap niet vervolgd zou worden wegens corruptie en gunde Ortega en het FSLN in ruil daarvoor een aanpassing van de grondwet. Die hield in dat een presidentskandidaat niet langer méér dan 50 procent van de stemmen hoefde te halen om tot president gekozen te worden maar slechts 35 procent. Deze deal maakte het Ortega mogelijk om in 2007 weer aan de macht te komen. Vele aan het sandinisme verbonden organisaties en projecten voelden zich daardoor gesteund en zetten toen in op de vorming van een eigen, autonome beweging.
Ook het project dat Els samen met twee Nicaraguaanse theatermakers en een beeldend kunstenaar heeft opgezet, el Movimiento de Theatro Popular Sin Fronteras, sloot zich hierbij aan. Dat samenwerkingsverband bestond uit 13 theatergroepen, professioneel en niet-professioneel, en verzorgde voorstellingen door het hele land rond thema’s als water, vrouwenstrijd, kinderarbeid en abortus. Ieder jaar vond er in een van de dorpen een festival plaats. Ook een erkende Theaterschool viel onder het project, dat werkte in de geest van de Talleres de Teatro in Matagalpa die inmiddels ter ziele waren gegaan.
Binnen die brede organisatie zette Els zich speciaal in om vrouwentheatergroepen op te zetten en te regisseren. Zij waren eigen baas totdat Ortega in 2018 de kritische organisatie de das omdeed en in 2023 haar rechtspersoon introk, wat inmiddels meer dan 5.000 ngo’s is overkomen. Via een juridisch steekspel is de Movimiento de Theatro Popular tijdig omgezet in een culturele onderneming die de naam Agruparte draagt en onder het ministerie van Economie valt. Voor zo lang het duurt want op alle fronten maakt het presidentiële echtpaar korte metten met elke vorm van organisatie die niet door haar gecontroleerd wordt.
De gevolgen van de repressie
Els is in 2013 naar Nederland teruggekeerd. Een heel moeilijke beslissing, maar het werd toen al steeds ingewikkelder om met vrouwen, en zeker feministen, te werken. Meerdere keren is zij nog terug geweest om workshops te geven maar ook dat was na 2018 niet meer mogelijk.
De vrouwenbeweging en de theatergroepen zijn onder Ortega en Murillo onder curatele gezet, wat geen positief beeld oplevert. De vrouwenorganisaties keerden zich tegen Ortega en met name tegen Murillo, wat deels te maken heeft met het schandaal rond Ortega’s jarenlange misbruik van zijn stiefdochter Zoilamerica, maar ook met zijn pact met de Katholieke Kerk rond het verbod op abortus. Op de burgeropstand van 2018 reageerde de sandinistische regering met zware repressie. In de jaren daarna werd de hele samenleving onder staatscontrole gesteld. Het regime wordt nu op de been gehouden door geld van de Wereldbank, China en de internationale gemeenschap, die niet doorzien of niet willen doorzien wat er aan de hand is.
Het tij keren?
Over de perspectieven om het tij op de korte termijn te keren is Els pessimistisch. ‘Het is nu een en al cliëntelisme, terreur van een kleine minderheid en alles wat kritisch en onafhankelijk is, is vogelvrij. De traditionele cultuur van onderdrukking, armoede en ’je mond houden’ is weer helemaal dominant en neemt Cubaanse vormen aan. Dat heeft de revolutie niet kunnen veranderen, wat maakt dat de tegenbeweging niet of nauwelijks van de grond komt.’
‘Op het gebied van kunst en cultuur worden de muziek van de marimba en de folklore dansen bevorderd maar er zijn nauwelijks nog theatergroepen, laat staan kritische groepen, ook niet in andere kunstdisciplines zoals schilderkunst of literatuur. Wel wordt op de universiteiten veel meer cultureel onderwijs gegeven, alles onder controle van de regering en met de grote leuzen van de partij, het FSLN, in het vaandel.’
‘Qua armoede hebben veel mensen in Nicaragua het nu wel ietsje beter dan in het verleden, ook kunstenaars want velen geven les op de universiteiten en hebben een vast inkomen, maar van autonomie en structurele vooruitgang is geen sprake. Je moet doen wat van boven af wordt opgelegd.’
Mijn roots
Voor haar persoonlijk zijn het zeer waardevolle dertig jaren geweest: ‘Ik ben blij dat ik zo lang, meer dan dertig jaar, in een heel andere cultuur heb geleefd en gewerkt en tegelijkertijd erger ik me ontzettend aan het verwende en daardoor arrogante gedrag van veel Nederlanders, waardoor ik me hier niet echt thuis voel.’ Uiteindelijk gaat Els terug naar haar roots: ‘Verandering is alleen mogelijk als we van onderop met z’n allen duwen. Wat nu sandinisme genoemd wordt heeft niets meer te maken met de sociale revolutie van toen.’