HONDURASINTERVIEW

Peter Sijbrandij

Peter Sijbrandij studeerde culturele antropologie in
Utrecht waar hij betrokken raakte bij de studentenacties. Hij deed als eerste onderzoek in Mexico naar alfabetisering en gemeenschapsontwikkeling. Daarna studeerde hij af met de onderwerpen plattelandsontwikkeling en boerenorganisaties, onderwerpen die samen met de methode Paulo Freire steeds terug zouden komen bij zijn werk in Honduras. ‘Boeren helpen te organiseren’ was in het kort de inzet van zijn werk. Hij woont met zijn vrouw in Honduras.

Jeugd in Bollenstreek en OSS

Peter werd in 1954 geboren in Voorhout in de Bollenstreek. Zijn vader werkte voor TNO in Delft en hij ging in Oegstgeest naar de lagere school. Later verhuisde het gezin naar Oss, waar vader bij Organon ging werken en Peter de middelbare school doorliep. Daarna ging hij in 1972 naar Utrecht Culturele Antropologie studeren. Hij is ‘niet katholiek’ opgevoed, maar werd later toch beïnvloed door de bevrijdingstheologie zoals die in Latijns Amerika in praktijk werd gebracht.

Bezetting op de universiteit

Op de universiteit was het meteen raak met de bezetting van het ICAU (Instituut voor Culturele Antropologie Utrecht), met als inzet het vertrek van Prof. Van Baal, vanwege de koloniale achtergrond van het instituut. De studenten eisten een maatschappelijk relevantere studie en herziening van het curriculum met onder andere marxistische literatuur. Met sommige van zijn studiegenoten heeft Peter nog steeds contact.

Mexico

Veel mensen gingen na hun studie werken met wat toen ‘gastarbeiders’ werden genoemd, in buurtopbouw en dergelijke. Maar weinige collega’s kwamen in de ‘Derde Wereld’ terecht. Peter ging in 1978-79 voor een stage naar Mexico, hetgeen diepe indruk op hem maakte. Hij deed onderzoek naar alfabetisering en gemeenschapsontwikkeling zoals destijds in de staat Guanajuato in praktijk werd gebracht door de ‘Brigadas para el Desarrollo Rural’ (brigades voor plattelandsontwikkeling), een verworvenheid van de Mexicaanse revolutie. Met 5 andere stagestudenten van het ICAU hebben ze daar tijdelijk onderdak gevonden op het CREFAL, een regionaal alfabetiseringscentrum van de UNESCO, een inspirerende internationale context en een ‘goede leerschool’, aldus Peter.

Plattelandsontwikkeling en boerenorganisatie in Honduras

Hij studeerde in juni 1980 af op een onderzoek naar landbouwcoöperaties in Honduras met als thema plattelandsontwikkeling en boerenorganisatie. De militaire junta onder leiding van generaal Lopez Arellano wilde begin jaren ´70 via een Nationaal Ontwikkelingsplan een timide landhervorming doorvoeren gebaseerd op landbouwproductie coöperaties die met name aan de noordkust werden georganiseerd en daarbij in conflict kwamen met de bezittingen van de grote internationale bananenplantages zoals van United Fruit. Het was de tijd van opkomst en consolidatie van verschillende volks- en boerenbewegingen, zoals de ANACH, de UNC en de overkoepelende federatie FECORAH.

‘Bij die sociale boerenstrijd waren veel priesters betrokken, vooral van de Jezuïeten uit El Progreso in het noorden van Honduras. Een van hen was James Carney, oftewel Padre Guadeloupe. Vanwege zijn werk werd hij eind jaren ‘70 het land uitgezet, maar kwam als kapelaan met een groep guerrillastrijders in 1983 vanuit Nicaragua naar Honduras terug waarbij hij met vele anderen door het repressieve Hondurese leger werd opgepakt en vermoord.’

Contrarevolutie

‘In Europa had je eind jaren ´70 een opkomende solidariteitsbeweging met Nicaragua, El Salvador en Guatemala ter ondersteuning van de bevrijdingsstrijd in die landen. Vanuit Honduras werd er met steun van de VS regering Reagan de contrarevolutie opgezet, hetgeen tevens een ongekende repressie voor de fragiele Hondurese volksbewegingen inhield. Het land werd een spil in de oorlogen in de buurlanden en er heerste een keihard intern regime. Bataljon 316 was berucht, de Amerikaanse ambassadeur Negroponte een echte havik. De Hondurese veiligheidsdienst en het leger werkten nauw samen met Argentijnse, en later ook Israëlische militaire adviseurs. Het regime had de strategie om elk progressief initiatief de kop in te drukken. De Nicaraguaanse revolutie mocht niet overslaan naar Honduras.’

Werken in Honduras en Paolo Freire

‘Binnen de Europese solidariteitswereld met Centraal Amerika, was Honduras dus geen populair land, maar naarmate de contrarevolutie vanuit Honduras sterker en zichtbaarder werd, kwamen er vanuit gevluchte bezoekers uit die regio verzoeken tot solidariteit binnen, waardoor rond ´82 Honduras Comités in België, Duitsland en Nederland ontstonden. Een van die bezoekers was Fausto Milla een sociaal en activistisch bewogen priester en collega van Padre Guadelupe. Hij had in de buurt van de Hondurese stad San Pedro Sula een ngo opgezet ter ondersteuning van de boerencoöperaties in die regio. Peter werd uitgenodigd om als vrijwilliger ter plekke dit proces te ondersteunen: immers als antropoloog met een thesis over Honduras en plattelandservaring in onderwijs voor werk (in Mexico) plus zijn betrokkenheid bij de solidariteit met Centraal Amerika, leek hij goede kaarten te hebben om ingezet te worden bij de opleiding van boerenkaders. In maart 1985 vertrok hij naar San Pedro Sula met een minimaal vrijwilligerscontract vanuit NL en geen budget voor de ngo. Hij zou uiteindelijk tot 2001 in Centraal Amerika blijven. Peter zegde daarvoor zijn werk bij het CON in Wageningen op (Centrum Ontwikkelingswerk Nederland was een groep van ex-studenten ter ondersteuning van hun collega´s die werkten met boerenorganisaties in de Derde wereld).’

Middels contacten met ICCO in Nederland, Socialistische Solidariteit (België), de Wilde Ganzen en de Stichting Gered Gereedschap kwam er uiteindelijk wel een zekere financiële basis voor het ngo-werk, maar de opleiding van kaders kwam nauwelijks van de grond: er waren weinig duidelijke richtlijnen voor het werk. Na een jaar zat het avontuur erop; hij besloot echter wel in Honduras te blijven.

In 1987 waren er verkiezingen in Honduras en kreeg San Pedro Sula een nieuwe burgemeester. Die stond wel open voor een integraal plattelandsproject in een afgelegen regio van de gemeente zoals door Peter werd voorgesteld en hij werd feitelijk gemeenteambtenaar met een lokaal salaris. Zoals vaker bij gemeente- of overheidswerk in die regio, politiseerde het project, werden er vragen gesteld in de gemeenteraad en kwam er een onderzoekscommissie. Peter nam ontslag en kwam daarna met steun van HIVOS bij een ngo voor ondersteuning van de agrarische sector terecht, IHDER (Instituto Hondureño de Desarollo Rural), waar hij in het alfabetiseringsteam ging werken. Tevens leerde hij daar zijn vrouw kennen. Vanaf 1990 kwam hij bijna 6 jaar te werken bij POCET in Comayagua dat in het midden van Honduras ligt. Het betrof een door Nederland en de OIT (Internationale Organisatie voor Werk) ondersteund project. Het project werd later omgevormd tot een instituut van het Ministerie van Onderwijs (CENET). Dit bestaat nog steeds en doet onderzoek en geeft training rond onderwijs voor werk en gemeenschapsontwikkeling geïnspireerd door methoden van de Braziliaanse pedagoog Paolo Freire. Peter ziet dat als de meest inspirerende professionele werkperiode die hij in die jaren heeft gehad.

Daarna ging hij 3 jaar werken als suppletie-deskundige bij het Hondurese Ministerie van Planning . Het was eigenlijk hetzelfde soort werk als bij POCET, maar dan niet meer op projectniveau maar meer landelijke politiek: onderzoek en beleid omtrent hetgeen boeren nodig hebben, samen met kerken, vakbonden, en ‘needs identification’ ten behoeve van de vorming van menselijke hulpbronnen. Even leek daar het goede politieke klimaat voor…

Onderwijs in Guatemala

In 1999 is Peter voor UNESCO in Chiquimula (Guatemala) gaan werken op het gebied van ‘basic education’ en formeel onderwijs. In maart 2001 kwam hij met zijn gezin terug naar Nederland en werd een jaar later medewerker voor het CMC (Centraal Missie Commissariaat, voor projecten in Colombia en Mexico). Eind 2005 combineerde hij dit met een korte periode van werk bij Novib. Halverwege 2006 ging hij tot aan zijn pensionering free lance consultancy werk voor de EU en andere organisaties doen, meestal in Latijns Amerika en Caraïbisch gebied. Volgens hem rond interessante thema’s zoals Onderwijs voor Werk, projecten ter ondersteuning van re-integratie van ex-strijders in Colombia, of evaluatie van een project om geweld in buurten te voorkomen in San Salvador of het voorkomen van drop outs op middelbare scholen in Costa Rica.

Terug naar Honduras

Peter geeft aan dat ze eenmaal in Nederland met het gezin van 3 kinderen wel te maken hebben gehad met wat je problemen rond het opgroeien in twee culturen zou kunnen noemen Maar nu de kinderen zelfstandig zijn hebben de ouders besloten om terug te gaan naar het geboorteland van de moeder: Honduras, waardoor de cirkel die begon met solidariteit en verliep volgens het ‘concert des levens’ weer rond is.

Of er vooruitgang te boeken valt voor Honduras? ‘Vooruitgang is zeer gecompliceerd: onderlinge inkomensverschillen nemen toe, vertrouwen in staat, veiligheid of toekomst en dergelijke neemt af. Ongeveer een derde van de jongeren wil en gaat emigreren, de meeste boeren in Honduras zijn nog even arm, het wordt zelfs erger, er ligt veel grond braak. Daar komen dan de narco’s en hun geweld nog bij. Bestaand bendegeweld blijft een probleem. De productieve infrastructuur is hier en daar misschien wat beter, maar Honduras blijft een exportland van bananen, koffie en manufacturen vanwege de goedkope arbeidskrachten hetgeen een autonome ontwikkeling beperkt.’

We dwalen nog wat af met bespiegelingen over kansen om in Honduras een daadwerkelijk linkse of democratische regering te krijgen. ‘Die van Mel Zelaya in 2010 was veelbelovend maar hij wilde teveel en te snel in een hem vijandige context en werd uiteindelijk op een nacht middels een soort coup d´etat in zijn onderbroek op het vliegtuig naar Costa Rica gezet. Zijn vrouw Xiomara Castro is sinds 2021 alsnog aan de macht gekomen maar haar regering blijft beperkt door het niet aan de kaak durven stellen van de algehele corruptie (uit het heden en verleden), interne partijstrijd, kredietwaardigheid problemen en algehele verpaupering van het land. Eind 2025 zijn er wederom verkiezingen waar vooralsnog weinig hoop op gevestigd kan worden.’

Wat heeft het opgeleverd?

Peter aarzelt niet over de vraag wat het allemaal opgeleverd heeft. ‘Boeren helpen zich te organiseren, dat was de inzet van mijn werk. Het ging erom instrumenten en situaties te creëren waarbij ze hun eigen omgeving kritisch konden interpreteren, en om die op een georganiseerde en positieve wijze te kunnen veranderen. Dat is mijn beroepspraktijk geworden. Ik ben daarin altijd consequent geweest. Maar het koste me soms moeite om altijd alert en strijdbaar te blijven. Het onafhankelijk eigen baas zijn en zelf initiatief nemen voor projecten was bevredigend, maar soms ook frustrerend. Vertrekken vanuit een opleiding antropologie en via de solidariteit in Honduras terecht komen binnen zinvol werk was me zeer de moeite waard. Echter daarna, vanachter een bureau in een Nederlandse ontwikkelingsorganisatie, of consultancy werk voor de EU, was het toch anders: de tijden waren veranderd. Eind jaren ´90 was er nog nauwelijks nog zoiets als ‘solidariteit met Latijns Amerika’ en ik was wellicht ook te kritisch om binnen de nieuwe structuur en visie op ontwikkelingssamenwerking te kunnen functioneren.’