Françoise Barten

Françoise Barten was zich al jong bewust van sociaal onrecht. Haar keuze om arts te worden was daar haar antwoord op. Als arts heeft ze zich in Guatemala en Nicaragua ingezet voor rechtvaardige integrale en preventieve gezondheidszorg. Ze deed dit onder andere in samenwerking met de Universiteit van Nijmegen. Ze leerde effecten van armoede en conflict van dichtbij kennen. Ze zag de positieve effecten, zoals de alfabetisering, van de omwenteling in Nicaragua, maar ook de erosie jaren later. Maar uiteindelijk is ze positief en vond ze haar eigen inzet zeker de moeite waard. Ze vindt dat de vraag of ‘het de moeite waard was’ ook en vooral aan de mensen in Midden-Amerika gesteld moet worden. Het ging om hun land, het was hún proces.
Jeugd in een sociaal bewogen gezin
‘Ik ben geboren in Zeeland in 1955 in een warm en hecht gezin. Mijn ouders waren sociaal bewogen en waren na de watersnoodramp daar gaan werken. Mijn vader zat in het onderwijs. Mijn moeder, afkomstig uit het Belgische Namen, was maatschappelijk werkster, maar kon hier aanvankelijk niet werken omdat haar diploma’s niet erkend werden. Ze wezen ons op de noodzaak sociaal onrecht niet te accepteren. De geschiedenis van betrokkenheid bij verzet in de oorlog van mijn moeders familie speelde ongetwijfeld een rol, maar er werd niet over gesproken.’
‘We zijn verschillende keren verhuisd en uiteindelijk in Brabant terecht gekomen. Mijn vader werd hoofd van de eerste middelbare school voor jongens en meisjes in Drunen, toentertijd een klein dorp.
Thuis spraken wij Frans, mijn moeders taal. We gingen vaak op familiebezoek in buitenland, reisden veel. Dat heeft er volgens mij aan bijgedragen dat ik en mijn zus de wereld wat ruimer gingen zien en ook oog kreeg voor de verschillen tussen landen, mensen en culturen.’
Keuze om arts te worden
‘Wij werden katholiek opgevoed. Ik was een jaar of twaalf toen het oorlog was in Vietnam. Als kind had ik moeite met de incoherentie tussen de waarden die we voorgelegd kregen en de schijnbare acceptatie van oorlogen elders. Het kerstfeest was bij ons thuis heel overdadig en intussen waren daar de beelden van de oorlog op televisie. ‘Hoe is het mogelijk dat we allemaal naar de kerk gaan en hier over van alles praten en daar ondertussen gebombardeerd wordt zonder dat wij daar iets aan doen?’, vroeg ik mij af. De keuze om geneeskunde te gaan studeren heb ik toen genomen. ‘Als arts kun je in ieder geval helpen’, dacht ik.’
‘Ik werd aangenomen in Nijmegen, waar ik naartoe wilde omdat die universiteit een band had met ontwikkelingslanden.’
Stage in Guatemala
‘Het was de tijd van de actiegroepen, ook bij medicijnen. Het was een hele bewogen tijd.’
‘Toen zich de mogelijkheden aandienden om iets anders te doen in je studie heb ik die gegrepen. Samen met twee medestudenten ging ik naar Guatemala om mijn keuzestage te doen. Dat was voor mij de eerste connectie met Latijns-Amerika. Het was 1978, het jaar van de Alma Ata conferentie over Primary Health Care (PHC), de strategie om onrechtvaardige gezondheidsverschillen te verminderen. Ik zag een documentaire van de Wereldraad van Kerken over een model PHC-programma in de hooglanden de Altiplano van Guatemala. In hooglanden hadden de inwoners te weinig grond om te kunnen overleven. Noodgedwongen trokken de families dan naar de grote landgoederen aan de kust en keerden vaak ziek terug. In Chimaltenango was een gezondheidsprogramma opgezet volgens de uitgangspunten van de inheemse cultuur, een ziekenhuis dat onder andere de seizoenarbeiders verzorgde die vaak ziek en met tuberculose, malaria, tyfus terugkeerden van het werken op de grote finca’s aan de kust. Maar ook en teneinde de vicieuze cirkel te doorbreken was er veel nadruk op organisatie en ontwikkeling van landbouwcoöperaties. Ik liep er stage van augustus 1978 tot maart 1979.’
Repressie
‘Er was toen, in 1978, sprake van een militaire dictatuur, die van Lucas García. De film ‘Seeds of Health’, verspreid door de Wereldraad van Kerken, geeft een beeld van de situatie in die tijd. Er was sprake van repressie en de meest relevante onderzoeksvraag was wellicht geweest, welke veranderingsruimte Primary Health Care had in een militaire dictatuur.’
‘Terwijl het land in een diepe crisis verkeerde, kwam ik zelf in het ziekenhuisje terecht met tyfus. Op dat moment stond de leiding van het ziekenhuis onder druk van het leger, dat een aantal progressieve artsen wilde ontslaan. Dat zette me wel aan het denken. Het waren de jaren vlak voor de genocide die zou volgen. Vele promotores de salud, gezondheidswerkers, betrokken bij het programma van de kliniek zijn toen vermoord. Frits Muller schrijft in zijn dissertatie hoe jaren later hun kinderen als promotores de salud hun werk hebben voortgezet.’
‘De omstandigheden in de Altiplano, sociale ongelijkheid, rechteloosheid, armoede, ernstige ziekte en geweld, maakten diepe indruk als ook de wijze waarop de gemeenschappen zich organiseerden. In die enkele maanden dat ik er was vond het bloedbad in het dorp Panzos plaats, waar militairen 120 vrouwen, kinderen en arbeiders neermaaiden omdat ze protesteerden tegen het proces van grondonteigening in verband met de winning van nikkel of uranium. Ook ondervond ik zelf de rechteloosheid toen ik aangifte wilde doen van inbraak en poging tot verkrachting. Bij het herstel van tyfus werd ik opgevangen door een Guatemalteekse familie en leerde ik de situatie nog beter kennen.’
Leren in de werkelijkheid
‘Van die stage in Guatemala heb ik veel meer geleerd dan van jaren op de faculteit. Het project in de hooglanden leerde me over het leven van de mensen, de enorme impact van levens- en werkomstandigheden op gezondheid, de onderliggende oorzaken van gezondheidsverschillen, maar ook de wijze waarop ze het collectief aanpakten.’
Ticket naar Nicaragua
‘Terug in Nederland werd ik actief in het Guatemala Komitee. Er was weinig informatie over de mensenrechtenschendingen in Guatemala en het komitee trachtte dit te doorbreken. Voor mij was het een manier om betrokken te blijven bij het land waar ik zoveel had geleerd en meegemaakt. Voor de sociale stage in het kader van mijn studie zou ik opnieuw naar Guatemala gaan. Maar omdat de situatie daar in rap tempo verslechterde heb ik twee weken voordat ik vertrok mijn ticket omgezet naar Managua. Met dezelfde twee medestudenten waarmee ik naar Guatemala ging, Marijke en José, ben ik toen naar Nicaragua gegaan.’
‘Het contrast met Guatemala bij aankomst in Nicaragua in augustus 1980 en de ervaringen die ik had in de eerste jaren na de revolutie in Nicaragua, had niet groter kunnen zijn. We kwamen aan op de dag waarop de alfabetiseringscampagne succesvol werd afgesloten. Slechts 1 op de 3 Nicaraguanen kon lezen of schrijven in die tijd. Vele honderden studenten uit de stad keerden terug na maandenlang de bewoners van dorpen op het platteland onderricht gegeven te hebben. Zelf leerden ze de levensomstandigheden in grote delen van hun land kennen.’
Gezondheidszorg op Omtepe
‘Drie maanden na de revolutie werd het ‘Sistema Nacional Unico de Salud’ opgericht dat toegang tot gratis zorg uitbreidde over het hele land. Vanuit Managua werden we door het ministerie van Gezondheidszorg naar Rivas gestuurd. Het ziekenhuis was gebombardeerd en er waren nog maar enkele Nicaraguaanse artsen, alle anderen waren internacionalistas. We trokken lootjes en zo kwam ik op het eiland Ometepe terecht, in het grote Meer van Nicaragua, Lago Cocibolca. Het eiland bestond uit twee vulkanen en in kleine dorpjes en gehuchten woonde er voornamelijk indiaanse bevolking. Op Ometepe zag ik de impact die armoede, het ontbreken van toegang tot productiemiddelen, zorg en onderwijs had gehad en was getuige van de eerste veranderingen.’
‘De vulkaan Maderas was uitgeblust, maar de andere, de Concepción, niet. Er waren maar drie gammele boten die vanuit San Jorge naar Ometepe voeren. De revolutie was aan Ometepe voorbij gegaan, maar er was nu een kleine gezondheidspost in Altagracia, en een gezondheidscentrum in de havenstad Moyogalpa waar de zorg gratis was. Er waren geen verharde wegen op de vulkaan Maderas en patiënten werden soms na uren lopen in hangmatten naar Altagracia gebracht. Ik leerde hoe politieke wil, mobilisatie van de bevolking en sociaal beleid verschil kon maken, zoals de impact van vaccinatiecampagnes op de kindersterfte in die jaren.’
‘Er waren ook uitdagingen. Al het medisch en onderwijzend personeel vertrok op vrijdagavond van het eiland, wat maakte dat ik vaak alleen achterbleef. Ik woonde daar bij een boerenfamilie. In het weekend deden zich vaak noodsituaties voor. Vaak bemiddelde ik om een vrachtauto en boot te krijgen om iemand naar het ziekenhuis te kunnen brengen op het vasteland. Dat lukte lang niet altijd omdat de overtocht voor veel mensen te duur was en de mariniers soms te dronken.’
‘Het was een hele interessante tijd, een soort micro-landschap van de eerste jaren na de revolutie, wat dat allemaal betekende voor zo’n gemeenschap. Er is nu inmiddels een ziekenhuis op het eiland en een ambulanceboot.’
Preventie
‘Om ondervoeding en sterfte door diarree bij kinderen te voorkomen, gaven we voorlichting in de dorpen, onder andere over het belang van het koken van het drinkwater.’
‘De mensen woonden wel op een eiland midden in een zoetwatermeer, maar als je geen buffel had, hoe moest je het water dan de vulkaan op krijgen? En dan konden wij het belang van het koken van water wel uitleggen, maar wat heb je daaraan als je geen brandhout hebt? In het dorpje La Sabana hebben de mensen in die tijd een waterbron bezet op het land van een landeigenaar die de bron reserveerde voor zijn vee en de bewoners de toegang ontzegde. Via een rechtszaak kregen die mensen recht op toegang tot die bron. Terwijl wij bezig waren met secundaire preventie, gedragswijziging, pakten deze vaak ongeletterde boeren de onderliggende oorzaken aan, primaire preventie. Ze waren leermeesters in public health.’
‘In 1982 kwam ik via de Stichting Nederlandse Vrijwilligers terecht in het noorden van Nicaragua. De contra-revolutie blies toen de bruggen op in de omgeving. Het ziekenhuis, een witte olifant in de bergen, was kwetsbaar terwijl de omringende dorpen nog nauwelijks de beschikking hadden tot basis gezondheidszorg.
De meeste artsen daar waren chirurg, anesthesist, en afkomstig uit Mexico, Duitsland, Paraguay, Cuba. Ik was verantwoordelijk voor de eerste hulp en assisteerde bij operaties. Soms hadden we wel drie operaties in één nacht. In toenemende mate zagen we mensen met kogelwonden. Daar in het Noorden, met de contra’s in de nabijheid, was de situatie heel anders dan op Ometepe.’
School Koos Koster
‘Vanuit Drunen is er steun gemobiliseerd om de bouw van een school af te maken. Men wilde de school ‘Republiek van Nederland’ noemen, maar het is ‘ Koos Koster’ geworden, naar de Nederlandse journalist die in maart 1982 toen net vermoord was in El Salvador.’
Loodvergiftiging
‘Opmerkelijk was dat Nicaragua ondanks de contra-oorlog en de noodzaak mensen en middelen te mobiliseren voor het noorden van het land, nadruk bleef leggen op het belang van preventie en volksgezondheid. Nicaragua werd in die jaren door de WHO in Geneve al erkend vanwege de Comprehensive Primary Health Care. Eerder noemde ik al de vaccinatiecampagnes, maar ook werd het besluit genomen de vervuilende kwik fabriek Pennwalt te sluiten nadat onderzoek de gevolgen voor milieu en gezondheid had aangetoond. In periode 1985-1988 werkte ik in het industriegebied van Managua vanuit het Centro de Salud Silvia Ferrufino. In die jaren verdubbelde het inwonersaantal van de hoofdstad Managua door de oorlog tot 800.00 inwoners. Sloppenwijken kwamen als paddenstoelen uit de grond in het industriegebied. Het gezondheidscentrum kon de vraag nauwelijks aan. Medische studenten van de UNAN (Universidad Nacional Autónoma de Nicaragua) in Managua deden onderzoek naar arbeidsomstandigheden in vele van de ruim 160 fabrieken. Ik was met name getroffen door de omstandigheden waarin de arbeiders in de twee accufabrieken werkten. Met karton schermden ze zich af tegen giftige looddampen. ‘
‘Kinderen rond een fabriek hadden torenhoge loodniveaus en sommigen gingen daar letterlijk dood aan. In die tijd nam men aan dat dat een waarde van 10 acceptabel was, maar die kinderen hadden 50, 60. En vooral op kinderen jonger dan vijf heeft dat een enorm schadelijke invloed, vooral op de ontwikkeling van de hersenen en het centraal zenuwstelsel. De boycot van Nicaragua door de VS en de oorlog droegen bij tot ondervoeding en dit vergrootte de absorptie van lood. Tot op een afstand van een kilometer van die fabriek hebben we alle kinderen onderzocht met hulp van de wijkorganisaties daar. Alleen door de participatie van de mensen kwam het Ministerie van Volksgezondheid (MINSA) op het spoor van kinderen met een veel te hoog loodbloedniveau. In het nieuwe kinderziekenhuis kon soms door chelatietherapie het lood verwijderd worden. Echter, de kinderen keerden vervolgens terug naar de wijk. Die stuurden we door naar het kinderziekenhuis die het lood eruit haalde. Een duidelijk geval dat een andere aanpak noodzakelijk was. ( ps Plomo (lood) betekent ook Patria Libre o Morir). Het was opvallend dat zelfs tijdens de oorlogsjaren het MINSA de noodzaak van preventie aandacht bleef geven. Uiteindelijk is een accufabriek gesloten.’
Beperkte aandacht
‘In het jaar ‘83 deed Henry Kissinger Managua aan, nadat de VS Grenada binnen was gevallen en Nicaragua een verhoogd risico liep op een invasie. Er kwamen delegaties vanuit de EU op bezoek die de schendingen van mensenrechten in Nicaragua onder de loep kwamen nemen. Maar niemand nam de moeite om even te gaan kijken naar wat er gebeurde in El Salvador en Guatemala. In dat laatste land vond een genocide plaats, waar maar weinig aandacht voor was.’
De moeite waard, voor wie?
‘De ervaringen die ik tijdens mijn studie, de stages in Guatemala en Nicaragua als ook de ervaringen in de eerste jaren in Nicaragua, kleuren in belangrijke mate mijn antwoord op de centrale vraag. Begin jaren ‘80 waren er veel vluchtelingen uit Guatemala en El Salvador in Nicaragua. De context in de andere landen van Midden-Amerika had invloed op de situatie in Nicaragua. Zo was ik, terwijl ik in Nicaragua werkte, ook een beetje betrokken bij wat zich daar afspeelde.’
‘Valió la pena?, ‘Was het de moeite waard?’ En voor wie was het de moeite waard? Tegen de achtergrond van de situatie van het Nederland van vandaag kun je die vraag ook stellen in relatie tot de mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen het fascisme hebben gevochten. De beslissing om in verzet te gaan, kun je daarmee niet in twijfel trekken.’
‘Maar in relatie tot Nicaragua, zelf ben ik eind ‘88 naar Nederland terug gegaan. De situatie in Nicaragua was toen al behoorlijk veranderd ten opzichte van de beginjaren van de revolutie. De revolutie was aan een proces van erosie onderhevig.’
Relatie universiteit Nijmegen met Masaya
‘Vanaf ‘84 – ’88 begeleidde ik Nederlandse coschappen vanuit Nicaragua. Aan de universiteit van Nijmegen hadden de studenten zich georganiseerd in de NIKO en vervulden zij gezamenlijk elke vier maanden een drietal vacatures in gezondheidscentra in de omgeving van Masaya. Vanaf het vierde studiejaar startte hun voorbereiding, Op een gegeven moment ging hoogleraar Vincent van Amelsfoort, die ons alle ruimte had gegeven, met de VUT. Zijn opvolger binnen de faculteit hevelde de werkgroep gezondheidszorg ontwikkelingslanden en daarmee de stage in Nicaragua over van de afdeling sociale geneeskunde naar interne geneeskunde. Vanuit mijn optiek was dat een major shift, want nu ging het om individuele curatieve geneeskunde.’
Terug naar Nederland
‘Mijn terugkeer naar Nederland had ook te maken met het feit dat ik in ‘86 in Nicaragua bevallen was van een dochtertje. En vanwege een brief van Vincent van Amelsfoort waarin hij mij aanspoorde om samen met andere artsen die jarenlang in ontwikkelingslanden werkten, een eenjarige huisartsopleiding te doen.’
Resultaten integrale gezondheidszorg
‘Als je het over de balans van de revolutie in Nicaragua hebt, dan kun je natuurlijk niet voorbij gaan aan de recente geschiedenis, aan de huidige politieke situatie in het land. Maar voor mij is de wijze waarop je gezondheidsproblemen aanpakt een eye opener geweest. Meer vanuit een maatschappelijk perspectief, samen met andere sectoren, preventief ook. Dit hebben we vervolgens aan de universiteit en faculteit hier in Nijmegen proberen te ontwikkelen.
( ps universiteit gezien samenwerking en betrokkenheid Derde Wereld Centrum (Prof Gerrit Huizer) en Sociale Geografie (Dr Ton van Naerssen).’
‘Ik kwam de afgelopen dagen per toeval een paar voormalige studenten tegen, inmiddels specialist, die ik kende uit die periode. Ik vroeg hen ‘Valió la pena?’ Ook zij zeiden dat het voor hen een ommekeer was geweest, dat het hun leven had veranderd. Ze benadrukken niet zozeer de problemen, maar ook wat je in Midden-Amerika ziet, de sterke familieverbanden, de cultuur en de maatschappelijke situatie. Plus wat wij in de eerste jaren van de revolutie, nog voordat de contra zich manifesteerde, mee hebben gemaakt: de daadwerkelijke veranderingen, de halvering van de kindersterfte, het onder controle brengen van infectieziekten, de ontwikkeling van het onderwijs.’
‘Vandaar dat het heel goed is geweest dat we vanuit Nederland op institutioneel vlak door zijn blijven werken met Nicaragua: zoals met de UNAN Managua en de UNAN Leon. Met de WHO, de London School of Hygiene and Tropical Medicine, later Southbank University, hebben we met het Centro de Investigaciones y Estudios de la Salud (CIES) het Iniciativa Managua Municipio Saludable ondersteund. We hebben een heel groot EU-onderzoeksproject gedaan. Dat heette Rescate de Experiencias Locales Innovadoras en Salud. Dat speelde in El Salvador, Guatemala en Nicaraguaen werd gecoördineerd door het CIES in Managua. De Universiteiten van El Salvador (UES), Nijmegen en ITG, instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen waren daarbij betrokken alsook de Fundacion Rigoberta Menchu Tum in Guatemala. Ter afsluiting werden de bevindingen gepresenteerd op een conferentie in Managua. Het waren totaal verschillende realiteiten, contexten en accenten, maar door de interactie was het heel interessant. Op het moment dat die conferentie plaatsvond, leek het erop dat de gezondheidszorg in Nicaragua steeds meer in de greep van de commercialisering terecht kwam, terwijl die andere landen net uit de gewapende conflicten kwamen.’
(ps: de bevindingen van dit onderzoek werden in El Salvador vertaald naar beleid na de vredesakkoorden dankzij de onderzoekers van UES die vervolgens leiding gaven aan Ministerie van Volksgezondheid).
De prijs van het gewapend verzet
‘Wat mij bijgebleven is wat betreft Midden-Amerika, is dat we nu absoluut niet nog een keer voor gewapend verzet moeten kiezen. Al die pogingen en inspanningen, wat dat gekost heeft, al die mensen die hun leven hebben geven. Uiteindelijk moet je met dialoog toch weer naar de vrede. Als je die vrede hebt, dan heb je een hele beperkte veranderingsruimte, ook omdat die vaak internationaal beperkt wordt. In Nicaragua heb ik gezien dat je veel kan doen in de eerste jaren na een omwenteling. Er was hoop, mobilisatie van de bevolking en er was politieke wil. We hadden internationaal enorme steun. Dan kun je dus daadwerkelijk iets bereiken. Vanuit een internationale organisatie heb je een bescheiden rol, want je moet alles via de nationale overheid spelen, je kunt niet zelfstandig naar buiten.’
‘Ik herinner me de discussie toen de paramilitairen in Nicaragua met veel geweld de barricades verwijderden in 2018, waarbij doden vielen. Ik vroeg me af, stel dat de studenten van de Nijmeegse Universiteit gedurende maanden het Keizer Karelplein afsluiten en er geen verkeer meer mogelijk is. Zou de lokale overheid dan na maanden ook niet zeggen, ‘we gaan die barricades verwijderen?’ In de heftige emotionele reacties na april 2018 werd door een aantal mensen, misschien van Nicaraguaanse oorsprong die ook in Nederland wonen, opgeroepen tot gewapend verzet. En toen dacht ik, ‘Als die landen ergens een prijs voor betaald hebben, dan is het dat wel.’
‘In de beginjaren steunden we het verzet, waarom nu dan niet meer? Er zijn natuurlijk heel grote verschillen. De geopolitieke situatie, de invloed van China en Rusland en hun aanwezigheid in Midden-Amerika, de context is totaal anders. Van de andere kant kun je je afvragen of we niet vreselijk naïef waren. Hoeveel mensen konden er lezen en schrijven in Nicaragua? Weet je wat dat betekent?’
Nicaragua nu
‘Uiteindelijk hebben ze in Nicaragua wel verkiezingen gehouden. En wat kunnen we doen vanuit de VN bijvoorbeeld? Wat kunnen wij dan zeggen? Ik kan zeggen, ‘schending van de neutraliteit’. De artsen die geen gelegenheid kregen om mensen te helpen. De omstandigheden, het recht, de vrije meningsuiting, het is allemaal tragisch zoals dat er nu voor staat. Maar ik vind dat het nu aan de Nicaraguanen is. Mijn allereerste reactie was, ‘Hoe kunnen wij toekijken, terwijl zich dit voor onze ogen voltrekt?’ Maar kijk nu dan eens naar Gaza: want wat doen we? Zelfs als we zien, wat een demissionair kabinet nu voor keuzes maakt, waardoor we geleidelijk meewerken aan een verdere escalatie.’
‘Als je naar El Jazeera kijkt, zie je een heel ander beeld dan op de nationale televisie. We worden beschuldigd van dubbele standaarden en dat klopt.
Naïef?’
‘Ja, het is ook heel erg als je ziet voor welke uitdagingen Nicaragua zich gesteld ziet qua klimaat en wat er verder op het land afkomt. En dan zijn ze ook nog verdeeld. Mijn vader zei: ‘Kind toch, waar hou je je mee bezig? In de tijd dat ik jong was, was het in Midden-Amerika al slecht. Denk je nu echt dat jullie generatie het wel even op orde gaat krijgen?’ Misschien waren we wel naïef. De vraag is dan of de wereld zo veel complexer is geworden, of dat wij op onze leeftijd met meer ervaring en ook het opereren op heel verschillende niveaus, tot het inzicht zijn gekomen dat het allemaal echt heel ingewikkeld in elkaar zit?
Wat er allemaal nog op ons afkomt de komende jaren inclusief de risico’s op conflicten kan toch alleen maar door samenwerking aangepakt worden? Hebben we iets te winnen bij oorlog?’
Midden-Amerika aan het woord
‘Het lijkt me overigens zinnig om ook mensen in Midden-Amerika te interviewen, want ‘Valió la Pena?’, voor wie dan? Wij hebben ons ingezet vanuit de solidariteit, maar het was en is hun land en hun samenleving!’
Uiteindelijk
‘Ondanks alles was het de moeite waard. Dus geen teleurstelling!’