Piet den Blanken (1951-2022 )

Poet den Blanken en zoon Sander

Lou Keune

In april 2022 kreeg ik het treurige bericht van Piet zijn overlijden, in Guatemala-Stad. Niet onverwacht, toch onwerkelijk. Piet dood? Kan niet. Kan wel. Wij zouden zonder hem verder moeten. Wij, de vele vrienden van Piet, kameraden in de strijd tegen armoede en onderdrukking, waar óók. Piets hart lag bij zijn vele vrienden in Midden Amerika, maar ook bij de mensen die op Fort Europa, de zogenaamde ‘bakermat van de beschaving’ botsen. Hij heeft er indrukwekkende reportages over gemaakt. Zijn dood bracht grote treurnis onder zijn vele vrienden en collega’s en natuurlijk het meest onder de mensen die het dichtst bij hem stonden: zoon Sander, schoondochter Ana, vriendin Rian, en Lucia, de moeder van Sander.

Lieve man

Ik ontmoette Piet voor het eerst in Managua bij Janny Slotman en HolkeWierema, waar ik in 1984 logeerde. Hij kwam daar spullen ophalen die hij in bewaring had gegeven. Daarna kwam ik Piet geregeld tegen bij het El Salvador Komitee Nederland, het ESKN. Samen deden we projecten, waardoor de contacten intensiever werden en we vrienden werden. Piet kwam regelmatig bij mij thuis en ook mijn vrouw Wil mocht hem graag. Hij bleef langs komen, ook toen Wil zwaar gehandicapt raakte. Hij ging met mij mee naar de kliniek waar zij lange tijd verbleef en kwam langs toen zij weer thuis woonde en daar verzorgd werd. Bij Wil zag ik lichtjes in haar ogen wanneer hij langs kwam, zij was blij hem te zien. Toen zij overleed was hij een troost voor ons hele gezin. Ongevraagd maakte hij foto’s van de begrafenis en daarna op dagen dat we haar herdachten. Hij had aandacht voor iedereen en kon met iedereen overweg. Piet was een lieve man, een charmeur volgens een buurvrouw.

Vrienden

Toen Piet in 1985 voor het eerst naar El Salvador ging om foto’s te maken, ging het ESKN voor hem op zoek naar contactpersonen in El Salvador. Zo kwam de Salvadoraanse Ruth Urrutia in beeld. De liefde had haar na haar studie economie in Polen in Tilburg doen belanden. Ruth: ‘In het huis van Wim Pelupessi van het ESKN ontmoette ik hem en zijn toenmalige vrouw Lucia, die toen zwanger was van Sander. Mijn man Guillermo en ik raakten met Piet bevriend en kwamen meerdere keren op de boerderij van Piets familie in Wijbosch. Daar werd feestelijk gegeten, waar ook andere Latijns-Amerikanen bij aanwezig waren. Ons dochtertje Ximena speelde daar vaak met Sander.’

Ruth: ‘Piet was een bescheiden en wat verlegen man, die toen we hem leerden kennen nog geen Spaans sprak. In San Salvador ging hij langs bij mijn vader en vertelde hem over mijn wederwaardigheden. Want tot dan toe wist niemand dat ik via een aan het FMLN gelieerde studentenorganisatie in Polen gestudeerd had. Mijn vader was gewend om met ‘buitenlanders’ om te gaan en hij en Piet werden goede vrienden. Dat zie je terug in de foto’s die Piet van ‘Don Chon’, vaders bijnaam, maakte. Samen reisden zij naar het departement Chalatenango en het dorp van mijn ouders. De verstandhouding tussen Piet en mijn moeder was iets ingewikkelder, omdat Piet had laten vallen dat hij niet in God geloofde ‘maar in de mensheid’.’

Naar El Salvador

“Via contacten van het Medisch Komitee El Salvador kwam Piet in contact met andere mensen in de hoofdstad in San Salvador. Mijn vader regelde zijn reis naar Chalatenango, dat deels onder controle stond van de guerrilla. Mijn vader had Piet, die duidelijk herkenbaar een ‘westerling’ was, geadviseerd om niet in de cabine van de pick-up te gaan zitten, maar achterin tussen andere mensen in de bak. Dat maakte de kans om er bij controleposten uitgepikt te worden kleiner.”

“Die reis voerde via Cabañas naar Ilobasco, waar hij werd opgepikt om verder lopend het binnenland in te gaan. In ons dorp San José Cancasque moest hij net doen alsof hij mijn vader niet kende. Iedereen vertelde mij later dat hij enorm veel tortillas op kon. Na een paar dagen kwamen er ‘s nachts mensen van het verzet, en die namen hem mee. Maanden bleef hij weg, iets waar mensen zich zorgen over hem maakten. Mijn moeder ging zelfs voor hem bidden. Na een maand of drie keerde hij terug naar San Salvador, met foto’s over het dagelijks leven van de guerrilla in ‘bevrijd gebied’. Die gingen de hele wereld over en maakten veel indruk.”

Ruth: ‘Niet alleen was Piet onder de indruk van de kracht van de guerrillabeweging en wilde hij dat in zijn foto’s laten zien, ook wilde hij zichtbaar maken waardoor de burgeroorlog was ontstaan, wat de oorzaken daarvan waren.’ Met steun van het Medisch Komitee maakte Piet een tweede reis naar El Salvador. Inmiddels had hij daar zijn eigen contacten. Via Ilobasco stak hij clandestien de Lempa rivier over om Chalatenango in te gaan. Eenmaal terug in Nederland vertelde hij veel over zijn ervaringen bij het verzet en de gesprekken met de mensen daar. Ruth en haar moeder kwamen er pas veel later achter dat ook haar vader bij het verzet zat. Daar werd niet over gepraat omdat dat levensgevaarlijk was. ‘Koeien wegbrengen’ werd als smoes gebruikt om dingen voor het verzet te doen. Ook werd toen pas duidelijk waarom vader altijd met enorme hoeveelheden frijoles (bonen) uit de hoofdstad aan kwam zetten.

Onze samenwerking

Zoals gezegd heb ik verschillende projecten met Piet gedaan. Zo hebben we een boek over de kleuters van Wijbosch gemaakt, waarvoor Piet het verhaal via foto’s met toelichting vertelde en ik een bijlage over de historische context schreef. Omgekeerd maakte hij enkele ondersteunende foto’s bij mijn boek over de textielarbeider Kees de Jong. Heel intensief hebben wij samengewerkt bij mijn onderzoek over de overlevingsstrijd van mensen tijdens de burgeroorlog in El Salvador. Afgezien van enkele contextuele foto’s maakte hij portretten van de mensen die ik interviewde. Sommige daarvan kregen een prominente plaats op de 2023 Biënnale in Oosterhout.

Aan één van de foto’s, van een jongetje dat op een kruis zit, is voor mij een bijzonder verhaal verbonden. Begin jaren zestig werkte ik in Colombia, waar ik in contact kwam met de priester en socioloog Camilo Torres. Camilo was een van de voorgangers van de toenmalige Bevrijdingstheologie en van de Volkskerk. Zijn toewijding aan de zaak van de gewone mensen maakte dat hij zich aansloot bij de guerrillabeweging ELN. Al snel, in 1966, sneuvelde hij in een confrontatie met het Colombiaanse leger. Zijn verhaal is breed bekend in Latijns- Amerika en maakte dat hij een inspiratiebron voor heel veel mensen werd. In 1993 logeerde ik bij het gezin Torres in San José Las Flores in El Salvador. De hele familie leerde ik daar kennen, waaronder het jongetje Camilo. Verwonderd informeerde ik naar het waarom van deze naam. ‘Por el padre’ antwoordde moeder Blanca, verwijzend naar de Colombiaanse Camilo Torres. In 1995 waren Piet en ik in Las Flores aan het werk voor ons boek ‘Overleven in Oorlogstijd’. Bij het dorp ligt de heuvel Berg van het Kruis, waarom tijdens de burgeroorlog hevig gevochten is. Toen Piet en ik er waren lagen er nog veel restanten van die strijd, waaronder kogels en hulzen. Op die heuvel hebben de inwoners van Las Flores een kruis geplaatst. Spelenderwijs klom Camilo erop. ‘Klik’ zei de camera van Piet.

De Tilburgse Stedenband

Met veel mensen die actief waren in de solidariteit met de volkeren van Midden-Amerika heeft Piet samengewerkt. Zo raakte hij betrokken bij de Tilburgse Stedenband met Matagalpa in Nicaragua. Jan Vugts, een van de initiatiefnemers van de Stedenband, vertelt: ‘Ik heb diverse malen openingen van foto tentoonstellingen en/of boekpresentaties van Piet bezocht. Ook trok ik in 1990 enkele dagen met hem op in de regio Matagalpa. De orkaan Mitch, eind 1998, had ellendige gevolgen voor de arbeiders op de bananenplantages van Chiquita en Dole. Ook rond die kwestie had ik veel contact met Piet.’

Op 25 maart 2022 organiseerde de koffiewerkgroep van de Stedenband Tilburg Matagalpa een klein filmfestival. Daar werd ook Wilbert Smit’s documentaire ‘Feitelijk maar niet objectief’ over Piet vertoond. Die laatste zou daarbij aanwezig zou zijn om een toelichting te geven en vragen te beantwoorden. Dat liep helaas heel anders omdat Piet tijdens zijn reis door Centraal Amerika ernstig ziek werd. De vertoning ging echter wel door en tien van de bezoekers zijn met één letter van het woord BETERSCHAP op de foto gegaan om onze vriend een hart onder de riem te steken. De foto is naar Sander, de zoon van Piet, gemaild die op dat moment in de nabijheid van zijn vader in het ziekenhuis verbleef.´

Guatemala

Andere goede vrienden van Piet zijn Ria Menting en Jan de Rooij. Eind jaren 70 leerden zij Piet kennen via een bevriende journalist. Ze ontdekten veel met elkaar gemeen te hebben, waaronder hun betrokkenheid bij Latijns-Amerika. Ria en Jan, die daarna een tijd lang in Mexico woonden, ondersteunden Piet bij zijn reportages over de kampen waar Guatemalteekse vluchtelingen verbleven en bij zijn latere werk in de ‘dorpen in verzet’ (CPR ) in Guatemala. In 2014 maakte Piet foto’s om een boek met getuigenissen over verdwijningen in Santa Lucia Cotzumalguapa in Guatemala te illustreren. Hij fotografeerde mensen die vertelden over de verdwijningen van hun familieleden. En hij fotografeerde de zoektocht van de nabestaanden naar de overblijfselen van hun geliefden, waarvan er velen nooit zijn teruggevonden. Ook theoloog Mario Coolen was betrokken bij de samenstelling van het boek. Naar aanleiding van de publicatie van deze getuigenissen dienden de nabestaanden in 2018 een officiële klacht in bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensrechten IACHR, onderdeel van de organisatie van Amerikaanse Staten OAE, waarbij Piets foto’s een belangrijke rol speelden. In 2021 verscheen een tweede getuigenissenboek, met opnieuw foto’s van Piet. Vlak voor zijn dood in 2022 bezocht Piet zijn vrienden in Santa Lucía voor de laatste keer. Mensen uit Santa Lucía zaten rond zijn kist bij zijn afscheid in Guatemala. Ze spraken hun dankbaarheid uit voor de bijdrage van hun vriend aan hun strijd voor gerechtigheid voor hun verdwenen geliefden.

Jan heeft onder andere een tweetal boeken van Piet vorm gegeven en een daarbij behorende website gebouwd (Grensgevallen). Nog steeds sieren een aantal foto’s het huis van Jan en Ria.

Ook Gemma van den Hoof en Mario Coolen hebben Piet goed gekend én gewaardeerd. Gemma: ‘Ik heb echt grote bewondering voor Piet, voor zijn soberheid onder andere. Hij had zó weinig nodig, ik wilde altijd dat ik dat zo zou kunnen’. Mario: ‘De eenvoud van Piet heeft me altijd diep getroffen, de schamele inrichting van zijn huis, zijn bril die met touwtjes aan elkaar hing. Hij deed zijn werk in alle omstandigheden, was altijd bezig voor mensen in nood. Ook erg verbonden met mensen hier, zoals die van zijn geboorteplaats Wijbosch. Piet raakte nooit los van zijn wortels. Hij heeft gewoon carrière gemaakt aan de onderkant. En dan gaat hij bijvoorbeeld vluchtelingen in Calais fotograferen. En dan jatten ze zijn motor. En dan zoekt hij weer een andere motor en gaat door naar de volgende klus, het volgende onrecht dat hij wil laten zien. Dat moet getoond worden, dat moet worden gemeld. ‘Feitelijk, maar niet objectief’ zoals Piet zelf zei. Ik heb altijd heel graag met Piet samengewerkt, bij de boeken voor Santa Lucía, bij het inrichten van een tentoonstelling. Echt, ik mis Piet nog steeds.’

Ivania

Piet heeft vele publicaties op zijn naam staan. Meerdere keren liet hij blijken dat zijn boek over de Nicaraguaanse sekswerker Ivania hem het meest aan het hart ging. Eind 2009 was er in Breda een tentoonstelling van Piets werk, waaronder een reeks foto’s die het verhaal vertelden van Ivania, sekswerker in Managua. Op een druilerige zondagmorgen ging ik met mijn vrouw Wil, die inmiddels zwaar gehandicapt was en in een rolstoel zat, met de trein naar die expositie. Wil, die in Nicaragua als verpleegkundige had gewerkt, was erg onder de indruk van die foto’s en raakte geëmotioneerd. Dit raakte Piet en mij zozeer dat we ter plekke besloten om het verhaal van Ivania in boekvorm te gieten. Kort daarna vertrokken Piet en ik naar Managua, hij om een serie aanvullende foto’s te maken, ik om de kinderen van Ivania, de moeder en de stiefvader, en enkele andere intimi te interviewen. Dit boek is een voorbeeld van hoe je met foto’s een verhaal kunt vertellen. Op Piets aanwijzing zijn de foto’s van Ivania in het boek zonder toelichting gepubliceerd; ze spreken voor zichzelf. Twee verhalen heb ik geschreven: één over de levensgeschiedenis van Ivania en haar familie, een ander over de sociaaleconomische context van hun levens. Niet alleen voor Piet maar ook voor mij geldt dat dit het meest dierbare boek is dat we gemaakt hebben.

Verhalende foto’s

Niet alleen voor het boek over Ivania maar ook voor andere projecten van Piet geldt dat zijn foto’s een verhaal vertellen dat voor zichzelf spreekt. Dit gaat ook op voor ons boek over Overleven in Oorlogstijd. Uit de foto’s kun je aflezen dat Piet met zijn camera dichtbij mensen kwam, dikwijls vlakbij hun gezicht. Dat praktisch iedereen dat accepteerde laat zien dat er sprake van vertrouwen was. Dat kwam deels omdat wij meerdere weken in de twee betreffende dorpen verbleven en steeds meer mensen een beetje leerden kennen. Maar ook de bijzondere kwaliteiten van Piet. Ondanks zijn bescheidenheid praatte hij veel met de mensen en creëerde hij zo een persoonlijke band met hen. De meeste foto’s maakte hij tijdens mijn interviews met de dorpelingen. Dan was het net alsof Piet ‘verdween’, onzichtbaar werd, zonder het gesprek te verstoren. Hij maakte echt contact met de mensen.

Bepaald niet bang

Werkend met Piet in El Salvador viel mij op dat hij moedig was. Ik wist dat hij in El Salvador en ook in Guatemala midden in de oorlog was opgetrokken met groepjes guerrilleros. Een specifieke ervaring bij het werken in Arcatao is mij bijgebleven. Op een avond zaten Piet en ik tamelijk laat op de plaza nog wat na te praten over ons werk van die dag. Het was er doodstil omdat de meeste mensen ‘met de kippen op stok’ gaan. Opeens rent er een huilende vrouw de plaza op, achtervolgd door een man die haar begint te slaan. Ik verstijf van schrik, maar Piet niet. Hij gaat er meteen op af en roept de man tot de orde, waarop die afdruipt.

Ook bij de presentatie van de oorspronkelijke Spaanstalige versie van ons boek Overleven in Oorlogstijd legde hij een zekere onverschrokkenheid aan de dag. Na het boek in beide dorpen ten doop te hebben gehouden, volgde een interview op een nationale televisiezender. Midden in de uitzending begint Piet over de moord op de vier IKON-journalisten. Hij spreekt zich uit tegen het grote stilzwijgen over deze misdaad in El Salvador en bekritiseert het gebrek aan voortgang van het gerechtelijke onderzoek en de straffeloosheid. Heel moedig en terecht dat hij dat deed. Zelf zou ik dat niet gedurfd hebben.

Positief over het FMLN

Het motief van zijn laatste reis, waarbij hij overleed, was de om huidige situatie in beeld te brengen van al die plekken waar hij tijdens de burgeroorlog was geweest. Ruth Urrutia: ‘Piet is ook daadwerkelijk in Chalatenango en Cancasque geweest, en stuurde foto’s op die volgens hem een positieve ontwikkeling lieten zien. Zijn positieve indruk van het FMLN heeft hij altijd behouden, ook na de oorlog toen zij in het bestuur kwamen.’ Zelf heeft Ruth veel kritiek vanwege de corruptie en het ontbreken van effectieve oplossingen voor tal van problemen. ‘Ook van het vervolgen van de verantwoordelijken voor de misdaden tijdens de oorlog is weinig terecht gekomen. Machthebbers staan altijd onder druk om corruptie oogluikend toe te staan en de elite te ontzien. De huidige president Bukele is weliswaar conservatief maar durft de corruptie wel aan te pakken. Dit maakt bijvoorbeeld dat voormalig ARENA-president Christiani nu op de vlucht is.’

Inspirerend persoon

Bij Ruth’s huwelijk maakte Piet foto’s, waarna zij haar leven lang met hem contact heeft onderhouden. Ruth: ‘Piet was solidair en deed veel onbezoldigd werk voor politieke projecten en bewegingen. Al zijn werk is doorspekt met respect voor arme mensen en hoe die werken en weten te overleven. Daarbij ging het hem niet zozeer om de armoede te laten zien, maar hun verzet tegen armoede en onrecht. Bijna altijd zijn zij ‘astuto’, slim. Geen medelijden dus maar solidariteit. Of zoals Piet het zei: ‘Het zijn mensen die arm zijn, maar niet in hun hoofd’. Piet was een inspirerend persoon en zijn gesprekken waren een onuitputtelijke bron van hoop voor Latijns-Amerikaans links. Piet riskeerde zijn leven om concrete beelden te schieten van de oorlog tussen de strijdkrachten van El Salvador en het FMLN. Hij deed dit door tussen de guerrilla’s te leven als een van hen. Het enige verschil was dat als ze tegenover de vijand stonden hij met zijn camera vuurde en zij met machinegeweren. Zijn unieke beelden van de oorlog zijn monumenten van de militaire macht van het FMLN. Ik denk aan de foto’s van militaire trainingen, van de ziekenhuizen waar gewonde guerrilleros herstelden, van de bevolking die en guinda (gezamenlijke sluiptocht) op weg ging. Om het beeld van de oorlog in El Salvador compleet te maken, legde Piet ook beelden vast van de enorme bewapening en militaire macht van het leger, gefinancierd en getraind door de Verenigde Staten.’

Ruth prijst de bijdrage van Piet aan de solidariteit van het Nederlandse volk met het Salvadoraanse volk. ‘Hij had respect en bewondering voor de moed van linkse mensen die het door de VS ondersteunde leger in de jaren ’80 en ’90 in toom hielden en tot vredesonderhandelingen dwongen. Links in die jaren was intelligent en eerlijk, iets dat helaas niet gezegd worden van links in het El Salvador van nu. Piet was op de hoogte van de politiek-militaire ontwikkelingen in Latijns-Amerika, hij las, analyseerde en bewonderde de boeken van Eduardo Galeano, vooral De Aderlating van een Continent, en boeken over Che Guevara en de Cubaanse Revolutie. Piet zei: ‘Ik geloof in de mensheid’ en dat leidde ertoe dat hij een eersteklas fotograaf werd, een kunstenaar van de gewapende revoluties in Latijns-Amerika. Dat is wel wat anders dan het dom links dat zich vandaag de dag manifesteert in Nicaragua en Venezuela. Terugkomend op Piet, ik zal hem altijd in mijn hart dragen als een grote vriend en kameraad, Hasta la victoria siempre!’ ————-

Ria Menting maakte de volgende selectie van uitspraken van Piet uit de documentaire ‘Feitelijk maar niet objectief’ van Wilbert Smit uit 2020

Grenzen zijn geen geografische grootheden, grenzen zijn politieke beslissingen.

Ik ben als fotojournalist waarnemer en niet iemand die opvattingen verdedigt. I

k zou het niet het opnemen voor de gewone man willen noemen. Ik zou het meer bijna een gezicht geven willen noemen aan mensen die bij de traditionele geschiedschrijving nog al eens overgeslagen worden.

In Nederland is natuurlijk altijd alles genuanceerd, je kunt ergens voor zijn, maar er zijn altijd argumenten tegen of omgekeerd, terwijl in Nicaragua en El Salvador in die tijd alles zwart wit was. Ik heb wel een gedacht dat het misschien vergelijkbaar was met de situatie tijdens de Tweede Wereldoorlog, tijdens de Duitse bezetting in Nederland, dat je goed en fout had. In Midden- Amerika had je goed en fout, het waren fascistische regiems die mensen vermoordden met doodseskaders en je had een bevolking die daar de wapens tegen opnam. Dus de tegenstellingen waren veel helder, veel extremer.

De moord op Koos Koster heeft me gestimuleerd om naar Midden Amerika te gaan om het te fotograferen omdat mijn reactie ook was, ja, maar ze mogen ons het zwijgen niet opleggen, het moet bekend worden en er moeten mensen zijn die het laten zien wat er aan de hand is.

Ik ben geen objectieve journalist en dat wil ik ook niet zijn. Ik wil betrokken zijn bij onderwerpen en ik heb opvattingen over de onderwerpen die ik in beeld breng en ik vind dat journalistiek ook helemaal niet objectief moet zijn of proberen te zijn want dat is het nooit. Ik wantrouw journalisten die zich objectief noemen omdat die heel vaak zich conformeren aan bestaande machtsstructuren en dat objectief noemen. Ik vind wel dat journalistiek feitelijk moet zijn. Nieuwsgierigheid moet een belangrijke drijfveer in de journalistiek zijn.


Ik heb het vergeleken met een chirurg die het slachtoffer van een verkeersongeluk binnenkrijgt, die is niet bezig met treuren of geschokt te zijn. Die heeft iets te doen, die moet iets ondernemen. Als ik een rapportage maak dan heb ik op dat moment geen tijd of energie om heel emotioneel met het onderwerp om te gaan, dan ben ik bezig om een verhaal te maken en dat is mijn taak. .

Lou Keune