Voorwoord

In het somtijds euforische maatschappelijke, culturele en politieke klimaat van de jaren zeventig van de vorige eeuw was er in Nederland een grote interesse in en betrokkenheid bij maatschappelijke vernieuwingsprocessen in andere landen. Dat geldt zeker ook voor de revoluties die plaatsvonden in de landen van Midden-Amerika. Dat waren volksopstanden die geïnspireerd werden door idealen die veel weerklank vonden in ons land. Overduidelijk was dat in Nicaragua het geval, waar een heuse machtsovername plaatsvond die gepaard ging met vertogen over vrijheid, democratie, gelijkheid, culturele identiteit, ontwikkeling en zo meer. ‘Het’ kon dus wel, een betere samenleving was binnen handbereik. Veel Nederlanders togen naar Nicaragua of waren actief in de solidariteitsbeweging met dat land. En ook opstandige bewegingen in El Salvador en in Guatemala werden ondersteund.
Sindsdien is er veel gebeurd. Na de gewapende strijd werden er vredesverdragen gesloten. De volksbeweging dwong meningsvrijheid af en de vrijheid tot samenkomst. En qua mensenrechten en ontwikkelingsperspectieven ontstonden er tal van nieuwe initiatieven. Nederlanders namen daaraan deel, universiteiten gingen samenwerkingsrelaties aan, vakbonden verleenden ondersteuning en gemeenten gingen stedenbanden aan. Er vonden nieuwe vormen van culturele uitwisselingen plaats, medische ondersteuning werd verstrekt, vrouwenorganisaties gingen samenwerken met organisaties aan de andere kant van de oceaan en jongeren en ouderen namen deel aan bouwprojecten en oogstcampagnes. In Nederland werd daar veel voorlichting en educatie over gegeven en er werd actie gevoerd voor verdere ondersteuning aan de betreffende landen en volkeren.
Maar langzamerhand verdween de euforie. Niet alleen kreeg Nicaragua te maken met bedreigingen van buitenaf, met de door de VS gesteunde contra’s die voor terreur zorgden, maar ook binnenlandse factoren droegen daartoe bij. Zelfverrijking van de top en groeiende onenigheid binnen de sandinistische beweging en partij maakten een eind aan nogal wat illusies. Nadat het land decennia lang nog redelijk functioneerde, brak er in april 2018 een volksopstand uit die door het sandinistisch regime moorddadig onderdrukt werd. Het leidde tot vormen van repressie die sterk doen denken aan de praktijken van de Somoza dictatuur die in 1979 door het volk onder leiding van de sandinisten vernietigd was. En zo leek de cirkel weer rond, tot grote teleurstelling van de meeste Nicaraguanen en ook Nederlanders die zich actief hadden ingezet voor de revolutie en haar hooggestemde idealen. Van de wereldwijde solidariteitsbeweging met Nicaragua bleef op die manier vrijwel niets meer over.
Vergelijkbare ontwikkelingen zagen we na het sluiten van vredesakkoorden in andere Midden-Amerikaanse landen. In El Salvador bleef zeker aan de top weinig over van het idealisme waarmee grote delen van de bevolking zich in hadden gezet voor de verzetsbeweging en waar zij vaak enorme offers voor hadden gebracht. Ook dat had te maken met een combinatie van buitenlandse inmenging en processen van binnenlandse corrumpering en vormen van machtsmisbruik. Vergelijkbaar zijn de ontwikkelingen in Guatemala. Ondanks de door de bevolking afgedwongen vormen van democratisering. Ondanks een linkse president is het land nog steeds in de greep van grootgrondbezitters en conservatieve rechters.
Teleurstelling alom onder de Nederlanders die zich in hebben gezet voor een ontwikkeld, democratisch en vreedzaam Midden-Amerika. Er zijn personen die zich afvragen waar zij zich voor in hebben gezet, die teleurgesteld zijn of daar zelfs spijt van hebben. Maar anderen hebben daar geen spijt van en blijven positief over hun inzet. En zoals altijd in dit soort situaties zijn er veel mensen die gemengde gevoelens hebben over het resultaat van al die inspanningen.
Veel sterker dan in Nederland zijn mensen in Midden-Amerika bezig de balans op te maken van de strijd die gevoerd is voor een betere wereld. Zo werd in El Salvador een twintigtal vrouwen die een hoge prijs hadden betaald voor hun revolutionaire inzet geïnterviewd met als vraag ‘Was het de moeite waard? Dat resulteerde in de publicatie ¡Valió la Pena?!, Testimonios de Salvadoreñas que vivieron la guerra (‘Was het de moeite waard?!’, Getuigenissen van Salvadoraanse vrouwen die de oorlog meemaakten). Het is een aangrijpend, maar ook stimulerend boek dat duidelijk maakt dat de strijd voor vrijheid en rechtvaardigheid geen vrijblijvende onderneming is en enorme persoonlijke gevolgen kan hebben. Dat geldt zeker voor periodes waarin de maatschappelijke tegenstellingen zich verscherpen en uit kunnen lopen op grootschalig geweld.
Het gesprek hierover is in de kern de reden waarom wij met dit project begonnen zijn. Wij, dat zijn Hans van Heijningen, Kees Hudig, Lou Keune, Ruud Lambregts, Ria Menting en Jan de Rooij. Wij hebben vele en heel verschillende ervaringen met de sociale en politieke strijd die in Midden-Amerika gevoerd is. Die ervaringen kleuren de manier waarop wij terugkijken op onze inzet en betrokkenheid. In 2022 besloten wij een dertigtal Nederlanders te gaan interviewen die betrokken zijn geweest bij het verzet en de ontwikkeling in vier Midden-Amerikaanse landen. Hun verhalen en visies zijn opgetekend in dit boek. Daarvan is een samenvattend hoofdstuk geschreven getiteld, De Solidairen. Daarnaast hebben wij enkele contextuele artikelen geschreven die wij relevant vinden voor de duiding van de interviews en de toekomstverwachtingen van onze gesprekspartners. Want onze betrokkenheid bij Midden-Amerika blijft.
Directe aanleiding tot dit project is het overlijden van onze dierbare kameraad Piet den Blanken, fotograaf. Piet heeft met velen van ons samengewerkt. Wij hebben hem leren kennen als een onverzettelijke vriend van de armen en onderdrukten van deze wereld. Loyaal naar diegenen die zich actief inzetten voor een betere wereld. Frequent heeft hij in landen van Midden-Amerika gewerkt, ook in risicovolle situaties. Maar hij was ook een onverzettelijke andersglobalist, wiens werk geen grenzen kende. Zijn dood bracht bij ons een schok te weeg. Wij zijn blij dat wij van Piets zoon Sander van Lanen toestemming hebben gekregen om een selectie van Piets foto’s in dit boek op te nemen. In een speciaal hoofdstuk gaan wij wat uitgebreider in op diens leven.