HONDURASINTERVIEWNICARAGUA

Wim Dierckxsens en Mariette Uitdewilligen

Wim Dierckxsens en Mariette Uitdewilligen hebben op allerlei niveaus ‘s uitdrukking gegeven aan hun solidariteit en betrokkenheid bij de processen in Latijns- Amerika. Of het nu ging om concrete steun aan de ‘Frentes’ in Nicaragua en El Salvador, opzetten van solidariteitscomités in Nederland, het ontwikkelen van nieuwe globale ontwikkelingsstrategieën of het opzetten van wereldwijde solidariteitsnetwerken, zij droegen daar hun hele leven aan bij. Ze maken een afweging van de vooruitgang, of juist niet, in Midden-Amerika.

(Kort nadat we Wim in 2023 hadden geïnterviewd, kwam hij te overlijden.)

Van Roosendaal naar Tilburg en Parijs

Mariette en Wim hebben elkaar al jong leren kennen in Roosendaal. Wim studeerde toen aan de Universiteit in Tilburg en Mariette later ook, aan de Leergangen. Eenmaal bijna de studie afgerond ging Wim naar Parijs om demografie te studeren. Parijs in de jaren ‘68 en ‘69 bruiste van politiek activisme: democratisering op de Universiteiten, stakingen en protesten, maar tevens was het een toevluchtsoord voor politieke vluchtelingen. Zo studeerde Wim vaak met een Griekse vluchtelinge. Deze vriendin gaf hem, die met zijn vragen duidelijk had gemaakt veel niet te kunnen duiden, bij het afscheid van Wim het boek: ‘ Het communistisch manifest’ van Karel Marx en Friedrich Engels, met de woorden, ‘later zul je dit boekje wellicht beter begrijpen.’ En zo was het.

Werken in Costa Rica en kijk op de werkelijkheid

Via vrienden wist Wim van het bestaan van ontwikkelingswerk en dat leek hem een zinvolle activiteit. Mariette had geen bezwaar om mee te gaan. Zodoende kwamen zij in april 1972 aan in Costa Rica om te werken in een zojuist opgezet demografisch centrum. Kort daarop ontstonden militaire regimes in diverse landen in het zuiden en kwamen de eerste vluchtelingen aan in Costa Rica vanuit Brazilië, Chili en Argentinië. Enkelen werden collega’s en vrienden.

‘Hun geschiedenissen hebben ons geleerd om een andere kijk te hebben op het sociale en politieke gebeuren van Latijns Amerika: de ongelijkheid, streven naar rechtvaardigheid, repressie en ook de ernstige mensenrechtenschendingen. Begrijpen dat de geschiedenis van de mensheid draait om her verwezenlijken van nieuwe perspectieven, die een betere toekomst beloven, ook al blijkt de realiteit later wat anders dan gehoopt. We stonden er vierkant achter en tot op heden houden we daar aan vast.’

Midden in het solidariteitswerk

‘In Costa Rica rolden we al snel in allerlei solidariteitswerkzaamheden. Maar ook op intellectueel niveau namen we deel aan politieke discussies, en vooral Wim verdiepte zich in de studie van het marxisme en de politieke gevolgen. Zijn eerste artikelen stammen uit die tijd. Maar niet alleen op theoretisch niveau, al heel snel werden we beiden actief met het verlenen van hand- en spandiensten aan de diverse verzetsbewegingen in Midden-Amerika, vooral Nicaragua en El Salvador. Vele leden van de bewegingen kwamen aan huis, velen konden even bijkomen of waren op doorgang.’

‘We zien onze rol in het solidariteitswerk vanuit een dubbel perspectief: een brug helpen bouwen
tussen de processen hier en het beginnende solidariteitswerk vanuit Nederland. Wim had banden met CSUCA, het Consejo Superior de las Universidades de Centro América, waar Sergio Ramirez, die toen in Costa Rica woonde, algemeen secretaris was.
Omstreeks 1977 is Wim samen met Sergio naar Nederland gevlogen. In Utrecht hadden ze bij Klaas Wellinga, een bekende van Sergio, gesprekken over solidariteitswerk in Nederland met het Frente in Nicaragua. Daar uit voortvloeiend is het Nicaragua Komitee ontstaan.’

‘We hadden beiden in die tijd niet alleen contacten met het Frente van Nicaragua maar vanaf 1976 ook al contacten met de Salvadoraanse bevrijdingsbeweging, Wim in die eerste tijd meer dan Mariette.’

‘De Salvadoranen vroegen in de jaren ’75, ‘76 aan Wim om een solidariteitscomité in Nederland te organiseren. Gezien de bestaande contacten van Wim met de Universiteit van Tilburg, was dat het eerste aanknopingspunt en al snel is daar een actief solidariteitscomité met El Salvador ontstaan. Bovendien hebben wij de eerste Salvadoraanse missie van het Frente naar het Comité begeleid in Nederland.’

‘We waren solidair met de werkzaam-heden van de Frentes van Nicaragua en El Salvador.’

‘We hadden een veilig huis voor vluchtelingen. We waren koerier en zorgden voor een bergplaats voor documenten. We deden ook mee aan politieke discussies of het voorbereiden van documenten.’

‘We waren vooral ondergedompeld in de praktische kant van de strijd en voornamelijk uitvoerend bezig. Je had geen tijd voor theoretische discussies. Maar we hadden ook goede vrienden die hoge posities kregen, zoals Antonio Jarquin, die na de overwinning van de revolutie in Nicaragua, voor Nicaragua ambassadeur in de VS werd. En we organiseerden direct na de bevrijding workshops over de boerenproblematiek en waar het op het gebied van landbouw heen zou moeten. Dat zijn natuurlijk ook politieke discussies.’

Honduras

Verder had Mariette met name een brugfunctie naar de internationale organisaties en Europese pers. Ze had contactpersonen en kanalen voor ‘denuncias´ (juridische aanklachten),
werkte met vluchtelingen, bezocht politieke gevangenen, verspreidde publicaties en verrichte koeriersdiensten.

‘Dit laatste was het werk van ons beiden. In die tijd woonden en werkten we in Honduras en later weer in Costa Rica. In Honduras hebben we mede steun verleend aan de Salvadoraanse vluchtelingen in de diverse kampen, hadden contact met journalisten en vingen mensen op die gevaar liepen. Ook voor de masteropleiding van kritische economie was de nodige aandacht. Een klein anekdote: de veiligheidspolitie ging voor de deur van het leslokaal staan om af te luisteren wat er onderwezen werd, ook Het Kapitaal dus. We boden die persoon elke dag een stoel en water aan. Binnen twee weken waren ze weg. Mariette werkte op een afdeling waar we veel deden aan conferenties, die politiek niet gemakkelijk lagen. Het ging onder andere over vluchtelingen, bescherming van bossen en de interventie van de V.S. in Honduras.’

In mei 1982 viel de politie het departement binnen en werd alles gesloten. Alles bij elkaar was het een spannende tijd voor ons. Mariette is dan ook een jaar eerder uit Honduras vertrokken samen met de kinderen en ging terug naar Costa Rica, terwijl Wim zijn werkzaamheden daar nog een jaar voortzette. Het was geen gemakkelijke tijd voor ons gezin.

Engagement slaat nieuwe wegen in

Na eind jaren ‘80 veranderde er veel. Met de val van de muur viel ook de klassieke revolutie. Processen van mondialisering van economie en samenleving krijgen alle ruimte.Mariette gaat 7 jaar lang bij een ngo (niet gouvernementele organisatie) voor Midden-Amerika werken, CODEHUCA (Comisión para la Defensa de los Derechos Humanos en Centroamérica), en draagt daar bij aan het opzetten van een breed solidariteitsnetwerk ter bescherming van mensenrechten in de regio.

Wim heeft een periode bij de coöperatieve beweging voor Centraal-Amerika en de Cariben gewerkt om regionale politiek te formuleren hoe kleinere coöperaties het globalizatieproces kunnen overleven. Na die tijd heeft hij gewerkt met boeren, vrouwen, daklozen en uitgeslotenen in het algemeen via het Departamento Ecuménico de Investigaciones (DEI) in heel Latijns-Amerika.
In die periode, in 1988, schreef hij zijn doctoraat thesis ´The Limits of Capitalism´ met Lou Keune als begeleider en Gerrit Huizer als promotor. Via deze weg kwam hij in contact met het Internationaal Forum voor Alternatieven (FMA). In januari 1999 organiseerde hij zelf ‘The Other Davos’ in Davos tegenover het hotel waar het World Economic Forum werd gehouden.

Uit het ‘Andere Davos´ komt indirect het World Social Forum voort waar Wim actief in is geweest via het FMA. Dan komt dankzij Samir Amin de ‘Multipolaire Wereld’ in beeld als potentiële ontwikkelingsmogelijkheid. Vanaf 2007 coördineert Wim het ‘Observatorio International de la Crisis (OIC)’, onderdeel van het FMA. Dit is een kern van een achttal mensen om het proces van de ondergang van de westerse unipolaire wereld, La Perestroika en Occidente, en de opkomst van een Mutipolaire Wereld in het mondiale Zuiden te stimuleren. Daarbij werd samengewerkt met onder andere de Global University for Sustainability in Taiwan, waar Wim medeoprichter van is. In die context is Wim ook de oprichter van de Observatory of the International Crisis (OIC). Het engagement is er dus nog, maar het heeft een andere richting genomen. De vele boeken door Wim gepubliceerd zijn daarvan een voorbeeld.

Beperkte openhartigheid

Wim en Mariette leggen uit waarom er over bepaalde zaken niet in details getreden kan worden. ‘Je kunt nog steeds last hebben van openhartigheid over politieke activiteiten, ook als ze ver in het verleden liggen. Dat kan namelijk repercussies hebben. Daar zijn vele voorbeelden van als je naar, of via, de Verenigde Staten wilt reizen. Maar ook aan de grens met Nicaragua worden mensen tegenwoordig weer grondig onderzocht en vaak teruggestuurd.’

Wat heeft het opgeleverd?

Op de vraag of zij vinden dat de bevolking van de Midden-Amerikaanse landen erop vooruit is gegaan of niet, waarschuwt Mariette meteen dat daar niet kort door de bocht op geantwoord kan worden. ‘Je moet er de hele geschiedenis bij halen, waarin veel is gebeurd. Dat wordt nu vaak vergeten. Met name moet je beseffen hoe de situatie was voordat de gewapende strijd/burgeroorlogen begonnen. De gewone mensen, boeren, huisvrouwen, stonden met de rug tegen de muur. Dat gold voor heel Zuid- en Midden-Amerika. Denk aan Chili na de coup van Pinochet in 1973. Toen was eigenlijk elke sociale en politieke ruimte om op andere manieren tot verandering te komen, afgesloten. Het waren harde dictaturen. Jaren van onderdrukking gingen vooraf aan de beslissingen om de wapens op te pakken. Dit nadat alle andere opties waren geprobeerd, waarbij grote offers werden gebracht.’

‘Wat je ook niet mag vergeten is dat er door de radicale strijd van bevrijdingsbewegingen in Midden-Amerika veel belangstelling kwam voor de situatie in die regio, die daarvoor ontbrak. Costa Rica kwam op de kaart te staan door de strijd in Nicaragua. Er was grote solidariteit met de strijd in Nicaragua en ook El Salvador. Nu is dat weer sterk gedaald. Maar dat er toen een periode van veel aandacht en solidariteit was, kwam ook door de opstelling van die bevrijdingsbewegingen. Ortega was een sociaaldemocraat binnen het Frente. Diezelfde sociaaldemocraten, verenigd in Davos, zoeken nu een regering op mondiaal niveau, die tamelijk Orwelliaans aandoet’, voegt Wim er aan toe.’

‘De bevolking in Midden-Amerika heeft nu betere toegang tot bijvoorbeeld gezondheid en onderwijs. Er blijven grote problemen bestaan als het gaat om veiligheid en inkomen/armoede. In El Salvador bijvoorbeeld is er na het einde van de burgeroorlog een periode van grote onveiligheid gekomen, onder andere door het optreden van de mara’s, criminele bendes. Dat probleem dook later deels ook op in Nicaragua. Alle landen hebben er mee te maken. Dat is nu in El Salvador door hard optreden van de regering Bukele grotendeels opgelost. Dat zorgt op zijn beurt voor problemen op het gebied van mensenrechten, tienduizenden mensen zijn in de gevangenis gezet. Onder de FMLN-regeringen die daarvoor aan de macht waren, werd er weinig aan misdaadbestrijding gedaan. De maatschappij werd er volledig door ontwricht en het FMLN had daar geen antwoord op.’

‘Je moet niet vergeten dat er daar ook nu nog positieve ontwikkelingen te zien zijn. Veel zaken functioneren In Nicaragua als gezegd redelijk, op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, et cetera. De wegen zijn er bijvoorbeeld ook veel beter dan in Costa Rica, waar de infrastructuur een ramp is. Maar qua politieke vrijheden is het in Nicaragua zeer slecht. Honduras blijft een chaos, en een zeer versnipperde linkse beweging die geen echte vuist kan maken. De situatie van vrouwen is in alle landen zeer problematisch, maar vrouwenbewegingen zijn wel sterker dan ooit.’

‘Ik ben altijd activiste geweest’, zegt Mariette, ‘en dat is niet veranderd.’ Nog altijd werkt ze met mensenrechtenactivisten, dat is nog steeds een strijd die gevoerd moet worden. Ze noemt het voorbeeld van een bevriende familie die drie generaties actief was in de strijd in El Salvador en waarvan familieleden verdwenen en vermoord zijn, waaronder een zoon. Ze maakten mee dat een zoon van een bevriende familie omkwam bij een auto-ongeluk en ze zeiden dat dat pas een zinloze dood was. Hún kind was in de politieke strijd omgekomen, dat was ook zwaar om te verwerken, maar dan wist je tenminste waarom het offer gegeven werd.

Teleurstelling, maar toch

Mariette is wel teleurgesteld als ze El Salvador bekijkt en het feit dat het FMLN na de vredesakkoorden zo
weinig voor elkaar kon krijgen. In Nicaragua is de politieke situatie ook erbarmelijk, ‘daar zijn geen woorden voor.’ Vooral omdat daar aanvankelijk in de eerste tien jaar na de overwinning van het verzet zoveel positieve resultaten geboekt waren.

Veranderde context

Wim voegt er aan toe dat het ook de context was van vóór de val van de muur, waarin er steun was vanuit de Sovjet-Unie en Cuba, dat zorgde voor een deel van de legitimatie van die strijd. Ook Europa had er belang bij zich aan te sluiten bij de politieke dialoog tussen de VS en de Sovjet-Unie. Met name de sociaaldemocratie steunde het verzet en de strijd, bijvoorbeeld via ngo´s.
‘Er is nu een andere context. Nu speelt het meer op geopolitiek niveau. Neem de blokvorming in Zuid-Amerika rond het project van een multipolaire wereld en pogingen om daarin een alternatieve machtsvorming door afspraken te maken over de-dollarisatie en zelfs een gemeenschappelijke door goud gedekte munt.’

‘Destijds ging het veel meer over directe nationale bevrijding. Nu is het blokvorming. Maar onze leeftijd speelt ook een rol. We kunnen niet meer de keuzes maken die we toen hadden om deel te nemen aan politieke projecten. Maar de grondhouding; bijdragen aan strijd voor een betere wereld, is er nog altijd. De politieke inzet die we kunnen leveren is wel veranderd.’

Het leven gaat door en de strijd ook

‘Wat ook belangrijk is’, stelt Wim, ‘is dat wij ondertussen gewoon doorgegaan zijn met leven hier en ook met het politieke leven van nu. Wij zien met verschrikte ogen hoe de EU zich ondergeschikt maakt aan belangen die niet de hunne zijn. De NATO gaat niet voor de EU, de EU dient de NATO en de externe belangen die daar achter liggen. Dat is misschien ook een verschil met degenen in Nederland die van een afstand kijken naar de huidige ontwikkelingen in de wereld. Wij hebben het allemaal beleefd terwijl het leven, ons leven, doorging terwijl we de ontwikkelingen meemaakten. Voor ons was het allemaal toch meer een soort natuurlijke ontwikkeling in het politieke denken. Het leven gaat door, en de strijd ook.’

‘In Nederland denken we toch te gemakkelijk dat we het beter weten en zaken willen sturen naar ons concept. Ik denk dat de frustratie in Nederland hieraan is toe te schrijven.’